Het was niet gelukt om met de rest van het gezin mee te gaan kijken naar Barbie, een tijdje geleden. De voornaamste reden is dat ik geen goesting had om te stappen tot aan de cinema en dat ik vergeten was dat er een veloparking onder de brug was, maar bon, gedane zaken.

Barbie, de film: ik zie het niet, sorry. Ik was niet ontroerd, ik heb niet echt gelachen, het was mij allemaal te veel en te weinig tegelijkertijd.

Ik ben helemaal pro satire, én ik ben helemaal voor slapstick, maar de satire beet niet genoeg en de slapstick was niet grappig. Ik heb niet het minste probleem met de boodschap, maar ik word er niet graag mee rond de oren gekletst alsof ik een klein kind ben. En dan opnieuw. En opnieuw. En opnieuw. Eén grap, één boodschap, twee uur aan een stuk.

Het kan natuurlijk ook zijn dat de regisseur het allemaal meta aanpakte, om ons mannen te laten aanvoelen wat het is om gewomansplained te worden. Opdracht geslaagd, in dat geval. Het is irritant en contraproductief.

On a more personal note: ik was bijzonder teleurgesteld dat het geen musical was. Het uitstekende I’m Just Ken deed veel beter vermoeden.