Will Wight
Hidden Gnome Publishing, 2017, 370 blz.

Beter dan het tweede boek, en maar goed ook.

We blijven bij min of meer dezelfde concepten: Lindon en Yerin zijn minofmeer geadopteerd door sugar daddy Eithan, die ze zal optrainen tot beter dan wat ze nu zijn, aan de hand van nu en dan eens een deus ex machina (of magisch ding ex machina).

Het blijft ook wat knullig dat het een oosterse wereld is met alle bijhorende clichématigheden:

Though he was still a good thirty feet away, the Lowgold bodyguards raised their spears and stabbed in his direction. Six spearheads blazed white as they executed the Jai clan’s orthodox Striker technique: the Star Lance. Lines of finger- thin light blasted toward him, each sharp enough to drill through his skull, but his weapon was already spinning. He spun his spear in both hands, executing a technique of his own: the Serpent’s Shadow.

Jazeker, ’t is helemaal de trope van Fantastic Fighting Style (waarschuwing TV Tropes link).

Maar uiteindelijk valt het allemaal mee. De hoofdopdracht in dit boek is dat Lindon sterk genoeg moet zijn om binnen een jaar te vechten tegen iemand die vele niveaus beter is dan hem.

En ondertussen is er Yerin die worstelt met de geest van haar overleden leermeester (en ook nog eens met een ander beest), en Eithan die de baas is van een machtige clan die in rivaliteit leeft met een andere clan, en op het hogere sciencefictionniveau begint er langzaam ook wat te beleven, en bovendien zitten er kleine kiemen romantiek en aanknopingspunten voor mysterieuze dingen in de toekomst.

Ik dacht na een paar tiental bladzijden we zijn vertrokken en de laatste pakweg honderd bladzijden vlogen voorbij.

Het beloofde gevecht kwam er trouwens niet, en ik kan mij inbeelden dat het er ook niet komt in het volgende boek, maar bon, zó erg is dat nu ook niet.