Ik heb mijn knie pijn gedaan, en dan heb ik mijn knie nog meer pijn gedaan en nu ben ik thuis tot zeker het eind van de maand. Niet dat het een enorm groot verschil is met anders wegens veel thuiswerk vroeger en nu eigenlijk ook gewoon werk doen voor het werk, maar toch.

Het zit in het hoofd: ik kan zonder schuldgevoel uitslapen, en overdag dingen doen die niet met het werk te maken hebben. En ik ben officieel niet aanwezig op het werk, dus ik moet ook geen tijdsregistratie doen hoera!

Ik zou altijd ziek willen zijn. Behalve dan dat ik graag het gebruik van mijn knie terug zou hebben, natuurlijk. En dat het handig zou zijn om zonder krukken rond te kunnen geraken. En dat het ook een gemak zou zijn als de reis van het eerste verdiep naar het gelijkvloers en terug geen kwartier zou duren.

Overmorgen MRI. En dan volgende week kijken wat de MRI gezegd heeft.

’t Is eigenlijk raar, dingen niet meer kunnen doen. Met het ouder worden (en met accidenten aan mijn rug en al), waren er alsmaar meer dingen die niet meer lukten, en als dat geleidelijk aan genoeg gebeurt, geraakt een mens daar gewoon aan — de kikker in de kookpot en zo.

Als het ineens is, dan is het moeilijker. Ik kijk naar een serie en ik zie mensen door de knieën gaan, ik vraag aan mijn zoon om rap eens naar beneden om iets te gaan, mijn dochter springt op de velo om iets te gaan halen in de winkel. Ik denk: dat kan ik niet meer. Misschien kan ik dat nooit meer.

Niet altijd even evident.