…en daarmee heb ik nu een huis bij. Een huis met een grote tuin die dringend moet aangepakt worden, trouwens.

Ik weet niet wat te doen. Ik zal erfenisrechten moeten betalen en ik weet niet of ik het geld heb. We hebben vier kinderen die volwassen zijn, waarvan minstens één in dat huis zou kunnen wonen.

Maar het huis staat ook vol, met niet alleen gerief van mijn broer en mijn ouders: ook een soort eindmorene van gerief van grootouders, overgrootouders. Generaties gerief. Het huis stat bomvol, en de kelder staat nog bomvoller.

Er zijn veel dingen waar ik weinig voeling mee heb — dingen gelijk bladblazers en voetmassagetoestellen en drieënveertig kussens en zo — maar er zijn veel méér dingen waar ik wel voeling mee heb, en die ik mij niet zie van de hand doen. Zoals op dit schap in de kelder: dat antieke aspergending wil ik nooit vanzeleven weg. Niet omdat het antiek is (wat het wel is) of omdat het veel geld waard is (dat is het absoluut niet), maar omdat ik er een stapel jeugdherringen aan heb.

Ook dat wordt zó een miserie jong.



Reacties

Zeg uw gedacht

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.