In het archief

Het is verslavend, en al wist ik op voorhand dat ik er de rest van de dag en nacht slecht van zou zijn: ik ben vannamiddag weer naar het stadsarchief geweest.

Ik heb me door de rest van de geboortes van de parochies Sint-Pieters, Sint-Salvator, Sint-Baafs en Sint-Jacobs gewerkt, en ik ben begonnen aan de huwelijke van Sint-Pieters (de motherlode van alle Gilliets in Gent, lijkt het wel). Ha, dat vier schappen microfilms zo verslavend kunnen werken…

Voor de rest is het daar bijzonder fijn werken. Een fijne mengeling van oude rotten en studenten die duidelijk hun huiswerk moeten komen doen.

Vandaag zat links van mij een mens de hele namiddag te zuchten en te puffen op zestiende-eeuwse praktisch onleesbare aktes, rechts van mij zat een jongeman met een computer op zijn schoot uren aan een stuk staten van goed over te typen, ik heb een juffrouw getoond hoe ze de microfilms moest laden en hoe ze kon inzoomen en scherpstellen, de archivarissen liepen open en weer, Luc (van op het einde van de straat, onvolprezen auteur van stapels stukjes op de website van onze wijk) is langsgekomen, het opzoekwerk is uitstekend verlopen en de puzzelstukken beginnen in elkaar te passen: ik wou dat ik er alle dagen kon zitten.

En er was zelfs was kolder: een dame die speciaal uit Nederland afgezakt was. Ze kwam met veel misbaar binnen en vroeg een lijst van haar voorouders. Men haar gezegd dat haar voorouders uit Gent kwamen, vandaar.

De dame aan de balie legde met veel geduld uit dat het eigenlijk niet zo eenvoudig is, dat het Stadsarchief alleen stukken uit het Ancien Régime heeft, dus tot 1796, en dat je best begint bij de burgerlijke stand, die je bijvoorbeeld in Beveren-Waas kan gaan raadplegen, maar dat die ook maar tot eind de negentiende eeuw gaat, dus dat je best eerst zelf wat onderzoek doet bij familieleden en in je eigen doodsprentjes en zo.

Verontwaardiging. Consternatie. “Dan zou je dus echt wel tijd moeten uittrekken?”

Inderdaad: je moet er echt wat tijd voor maken.

Vertwijfeling. “Ja, thuis heb ik misschien wel wat dingetjes liggen, maar ik heb echt deze namiddag uitgetrokken…”

Tja, niet veel aan te doen, maar het archief is alle dagen open behalve maandag, dus…

Idee! “Kunt u me niet gewoon een lijst van de namen geven?”

Neen, dat kon niet echt.

Laatste poging: “Is dat dan ook toevallig via het internet te…?”

Nee, helaas. Het is echt wel allemaal artisanaal te doen.

Afdruipend: “Nou ja, niets aan te doen. Ik denk wel dat als je eenmaal bezig bent met graven, ja, dan kun je best wel een volledige dag uittrekken.”

En ik bedacht dat als je eenmaal bezig bent met graven, je eigenlijk de rest van je leven mag uittrekken. En dat dat nog niet garandeert dat je iets gedaan krijgt.