‘t Was vandaag een meertalige dag op de trein. Vanmorgen twee commeren, op weg naar Brugge. Problemen met tienerdochters:

…yeah, I know. I know, I keep trying to debate with my daughter to put on a shirt, but you know, their metabolism is so much higher—they’re not going to get sick, they’re just going to get cold.

Op een propovolle bus van het station in Brugge naar de Markt:

ben parlons français, y’a quand même personne qui comprend

Maar de quatre quarts werd wel genomen vanavond op de trein terug naar Gent.

Er zat een zatte mens op de trein (alweer, inderdaad). Maar dan wel van het type happy drunk, en hij viel niemand lastig. Hij zat er met een rugzak vol halve liters Jupiler, en met een GSM vol vrienden en kennissen. Waar hij, de hele rit van Brugge naar Gent-Sint-Pieters, methodisch doorgegaan is.

Zowel door het bier als door de nummers, al was de methode van telefoneren van het genre it’s a method Jim, but not as we know it:

Hello? You there? Is this Jake? Min? Who’s Min? Hello? Hello?

of ook

Hello? Is Linda there? Who am I talking to? (…) Who? SHIT! I’m trying to talk to me mum! (…) Yeah, I’m on the piss. Amsterdam. Holland. Yeah, train. Hello? Hello?

of deze, die ik wel een van de betere vond:

Hello? Jake? Is that you? (…) Yeah. Yeah. Listen. I’ve got to hang up now ’cause you seem too drunk to talk to. Yah. Cheers.

Toegekomen in Gent-Sint-Pieters, schiet de kerel recht, vraagt aan de rest van de wagon:

Folks! Is this Ghent? (bevestigend geknik) Yeaaah!! Good stuff!!

Enfin, ik overgestapt van de trein die naar Brussel voortreed naar één die aan de Dampoort passeerde. Wie schetst mijn verbazing als de man, een minuut of tien later, met nieuw bier in de hand rechtover mij komt zitten in de trein naar Antwerpen. En een conversatie aanknoopt.

Eeeeeee!! That’s a nice hat, that. Proper hat, like. Where’d you get it?

…doelend op mijn hoed, een toch wel redelijk normale bruine deukhoed, die al een beetje begint te verslijten wegens alle dagen aandoen. Och ja, zeg ik, ‘t is en hoed hé. Gekregen voro nieuwjaar, dus ik weet nit echt van waar hij komt.

Couldn’t help overhearing you talking about Amsterdam just then, houd ik de conversatie gaande, en of hij misschien op reis is?

Travel? Nah. Going to Amsterdam. I’m in Belgium now, me.
Mind you, I don’t travel. I work. Been in the Netherlands three years. Now in Belgium.

Werkt hij in Brugge misschien?

Yep. I’m an easersleeper. Hard work. Hard workers in Belgium. Much harder than in the Netherlands. In the Netherlands, it’s work a bit, coffee, work some more. Harder workers in Belgium.

Een iezerslieper?

Eye sir sly purr, eezer sleepen, you know, steel works like!

Aha, een ijzerslijper. Hard werk inderdaad.

Very hard word. I like Belgium though. I’ll stop here for a while. Maybe I’ll stop here forever.

En toen werd hij helemaal enthousiast:

But first! I have to go to South America! For the women! Not Brazil, no, you’ve got to learn Portuguese for Brazil. Spanish, me, I’m going to learn. One word a week! And then: South Am-er–ee-ca! Ve-ne-zoo-ell-aaaaa! Chee-caaaaas!!!

Ik vond het bijna spijtig dat ik van de trein moest.



Reacties

Eén reactie op “Ken uw talen”

  1. Een kerel met een doel.. komt dat tegen 🙂