Ik ben net terug van een avondje uit in Fin du Monde. Met ex-collega’s. Van mijn vorig werk.

Even ter duiding: ik ben zo zat als een waarlijk zeer zat konijn. Ik kan me niet herinneren hoeveel caipirinha’s en mojito’s en tequila sunrises ik rietjesgewijs naar binnen gezogen heb. Nog een geluk dat het aantal Irish coffees niét zo moeilijk bij te houden is: welgeteld één. Die ik overigens gewoon linea recta in mijn dame blanche gegoten heb.

Fin du Monde is te vinden in de GelukGoudstraat—op de plaats waar vroeger één van die turkse VZW’s waren.

We waren er met een aantal ex-collega’s. Als we daar heel eerlijk in zijn, hebben we elkaar allemaal niet in de best mogelijke omstandigheden voor het laatst gezien, ergens einde 2003. En alhoewel ik ergens toch serieus met de piepers zat, is het allemaal uiterst goed verlopen vanavond.

Het was vreemd, maar het was eigenlijk op geen enkel ogenblik akelig, of vervelend, of echt weird. Enfin, toch niet voor mij, vond ik toch. We hebben gesproken en gelachen en gesproken en gedronken en gegeten. En gedronken.

Het was alsof het weer 2001 was en we elkaar een jaar kenden, maar eigenlijk ook niet: ik had de indruk dat we allemaal samen en individueel door onze eigen vagevuren gepasseerd zijn, en allemaal op onze eigen manier met allerlei dingen afgerekend hebben. Of tenminste vrede genomen hebben.

O ja—de restaurantcriticus in mij komt even uit zijn coma—voor ik het vergeet en zonder al te lastig doen over Fin du Monde want de rest van de avond compenseerde dat ruimschoots, maar mijn eye-rib was wellicht nog lekkerder geweest was ze minder uitgebakken en iets warmer geweest. Voor de rest: een bijzonder in orde gelegenheid. Het is er gezellig, de muziek staat er niet te luid, het eten is pretentieloos goed, en de mensen zijn er sympathiek.

Het is een beetje een vreemde zaak: geen echt restaurant, denk ik toch, wegens eigenlijk wel wat weinig keuze en bijvoorbeeld geen voorgerechten. Geen echt café. Geen echte cocktailbar. Geen echte muziekgelegenheid—zoals gezegd stond de muziek er gelukkig zacht genoeg dat conversatie mogelijk was.

Maar dus wel lekker eten, bier, cocktails, en muziek.

De afwezige (Alain) had ongelijk. Draai of keer het hoe je wilt: Peter en Iwein en Lieve en Jan en Stijn en Alain en mezelf, we hebben samen teveel meegemaakt om elkaar nooit meer te zien.

En dat we het allemaal nog eens moeten doen. Dàn eens. No pressure.

werkmemories



Reacties

3 reacties op “Oeioei”

  1. De Fin du Monde ligt wel in de Goudstraat, Michel. Maar dat zal allicht te maken hebben met je omfloerste toestand… Ben er trouwens ook al gaan eten, en het smaakte naar nog!

  2. Niets met de toestand te maken vrees ik: ik sla die al altijd door elkaar. Is er geen ezelsbruggetje om te onthouden welke straat dewelke is?

  3. ik hoehl dat ne keer om te zien waar ik straks zijn moet en kom ik direct bij u uit zeg! 😀