Toen ik gisteren thuiskwam, was er niemand in de keuken.
Dat is raar, want meestal zijn de kinderen dan net aan het eten. Het was verdacht stil, ook. Geen Sandra of Anna te zien, geen Zelie of Jan of Louis aan het spelen op straat of in de gang of in de keuken.
Sandra was Anna’s pamper aan het vervangen, bleek. En de drie oudste zaten op de koer op het gras te eten. Doodbraaf, elke bladluis en elke loopkever aanwijzend, elke mier uit de weg blazend en elk vliegend lieveheersbeestje met de vinger volgend.
En aan het eten zonder te smossen of ruzie te maken, echt door– en doorbraaf. Betere kinderen, soms, denk ik is het niet mogelijk te hebben.
OK, Louis zat met zijn voeten in zijn bord en Jan was de mieren eerder aan het doodduwen dan ze uit de weg te zetten, en later op de avond en vannacht hebben ze alledrie hun schade ingehaald qua minder goed gedrag, maar toch. ‘t Zijn zo zoetjes!
Geschreven al luisterend naar: Michel Sardou – Les Grands Moments, Volume 2 – Être une Femme
Reacties
2 reacties op “Trotse vader”
mijn kinderen zijn:
-braver
-mooier
-stukken beter
😉
‘t is heerlijk om vader te zijn, newaar.
Ja, euh, wel, ‘t is nochtans niet wat ik hoor, ha!
Vader zijn heerst, inderdaad. 🙂