De vrijdag vóór de Gentse Feesten ben ik van het werk aangezet en naar huis gekomen, en van dan tot deze namiddag was ik mijn vest en mijn portefeuille kwijt.
Identiteitskaart, kredietkaart, bankkaart, treinabonnement, lidkaarten en andere kredietkaartformaat kaarten allerhande. Een paar foto’s ook.
Het wil wat zeggen dat ik het allemaal niet gemist heb tot ergens meer dan een week later. En uiteraard, hoe gaat dat? Eens ik het miste, was het al zó lang geleden dat ik het allemaal nog nodig had gehad, dat ik hoegenaamd niet meer wist waar het hele zootje zou kunnen liggen.
Normaal gezien, als het niet zo warm is, zit het in mijn binnenzak, maar nu dus niet, en dus vandaar.
Morgen moet ik naar Antwerpen, en dan heb ik echt wel al mijn gerief nodig. Gisteren in bed mijn stappen van twee vrijdagen geleden op praktisch de minuut na helemaal geretraceerd:
- met de trein toegekomen aan de Dampoort
- ik had mee: een rugzak met fototoestellen en een laptop, één plastiekzak met mijn lange mantel en een paar boeken, één plastiekzak met mijn grijze vest, mijn portefeuille en ook een paar boeken
- met de fiets aangezet naar de Vrijdagsmarkt
- vergadering in de Gulden Valk over concurrentievervalsende usability en user interface consultancy met Mijnen Beste Maat
- shenanigans aan de telefoon over en weer, afspraken die er geen zijn, enfin, Beste Maat gaat zijn vrouw halen aan het station, ik naar ons huis met Sandra en de kinderen mee naar het station
- *daar moet ik mijn gerief allemaal gedumpt hebben*
- *en ik herinner me dat ik mijn lange vest uit de zak gehaald heb omdat ze niet zou kreukelen*
- naar boven gelopen, raprap andere kleren aangedaan
- *veel te warm voor een vest, gewoon in hemdsmouwen vertrokken*
- raprap in de auto, naar het station, naar Blue Note
En dan als we teruggekomen zijn van Blue Note heb ik me achter de computer geïnstalleerd om de Gentse Feesten te doen op Gentblogt, en sindsdien was het nooit meer koud genoeg geweest om een vest aan te trekken, ook niet de zaterdagvoormiddag toen we de kinderen zijn gaan halen van kamp aan de zee.
Met andere woorden: die vest moest gewoon nog ergens in huis liggen. En meer nog: ze kon gewoon nergens anders dan ergens beneden liggen, en, here’s the thing: in een plastieken zak!
Vandaar dat ik ze niet vond; ik zocht een portefeuille en een vest, terwijl ik een plastiekzak met een vest erin met in die vest een portefeuille moest zoeken.
En mijn vest? Juist: die was in de plastiekzak blijven liggen waar ik hem gedumpt had toen ik thuiskwam van de Gouden Valk: helemaal op een bolletje gedraaid en ondertussen klem geraakt tussen het speelgoed-voor-in-bad en het voorwiel van de fiets.
Zucht.
Gelukkig zal alles er nog in, en zodus ben ik nu weer een kredietkaart en gerief en mijn schrijfboekje en alles rijker. En kan ik morgen met een grust gemoed aanzetten.