Naar huis

Ik heb vandaag thuis gewerkt. ‘t Was al lang geleden, maar: zo wijs, maat.

Lang uitgeslapen, ook wegens nog altijd overgeefachtig (gisterennamiddag en vannacht was het ook van dattum bij mij: mijn ziel uit mijn lijf heb ik gespaaid).

Dan wat html-aap gespeeld: hoera html-aperij! Zo volledig zen, piano spelen met / en > en <, rustig dat een mens daar van wordt, ge hebt er geen gedacht van.

En dan wat voorbereid voor de vergadering met de klant, en dan naar de vergadering gereden met de fiets—vijf minuten! weelde!—en dan vergaderd van, oh, pakweg 14u30 tot 17u50, en dan met de fiets terug. Eerst langs de Fnac om een boek voor Zelie en een gezelschapsspel voor de familie. En dan naar mijn favoriete kaaswinkel om een paar tiental euro kaas.

En dan naar huis. Zo ongelooflijk fantastisch prachtig mooi dat het was, in de stad. Warm, en de terrassen vol, en veel volk op straat, en Gent op zijn mooits, en , ah, gewoon fantastisch. Met de GSM in één hand en de versnelling op eigenlijk veel te hoog:

Dat gekraak op de kasseien, da’s mijn fiets die rammelt. Die “ieeep”, dat ben ik die mijn remmen wat vocaal bijsta omdat Hendrik die op terras zat mij net aangesproken had.

Is er iets wijzer dan op straat aangesproken worden door iemand die men kent? Ik dénk het niet, nee.

Even staan spreken, en dan rap weer verder:

“Mogen ze buiten komen spelen?” — dat meisje is Ginger, een vriendinnetje van de kinderen. Is er iéts wijzer dan het levende bewijs dat de buurt een levende buurt is met kinderen en sociala weefsel en al?

Ik dàcht het niet, nee.

Life, my friends, is beautiful. En dat is zo ongeveer het enige dat telt.

4 reacties op “Naar huis”

Reacties zijn gesloten.