Ik heb heel de dag geen interwebs gedaan, wegens heel de dag in vergadering gezeten in Antwerpen.

Het begon al goed vanmorgen, met (aangekondigd) een betoging in Antwerpen en (niet-aangekondigd) een bommelding (nadruk op de eerste lettergreep, niet de laatste, al deden ze het op de radio op de tweede) in Antwerpen-Centraal, waardoor ik me geheel dwnagneurotisch verplicht voelde een half uur vroeger de trein te nemen, een mens weet nooit, misschien had hij vertraging, en ik heb er een hekel aan niet op tijd te zijn.

Ik had geluk, gelukkig: de trein was er op tijd. En ik had zelfs dubbel geluk: de trein zat vol waardoor ik me op een plaats heb moeten zetten die gereserveerd was voor een schooltje, maar het schooltje is niet komen opdagen.

Maar ik was op tijd in Antwerpen, dus. Zó op tijd dat ik met de bus naar de plaats van afspraak kon geraken (een dik half uur onderweg) in plaats van een taxi te moeten nemen.

En dan vergadering, vergadering, vergadering. Met een béétje ongerustheid binnengekomen, maar na een driekwartdag was de ongerustheid weg, en de eerste halve dag was Bijzonder Nuttig van informatie voor projecten allerhande. Niet meteen nú nog nuttig, maar toch.

En dan naar huis, met de tram en de trein. De trein zat stampende bomvol, een geluk dat ik één van de eerste was die er ingeklommen was en dat ik dus in de hoek aan de deur tegen het raam kon zitten.

Rechtover mij een Mooi Meisje uit het Waasland, naast haar een Oudere Jongere uit ergens West-Vlaandere, naast mij een kerel van het type Neukteugels en Melksnor uit hetzelfde West-Vlaanderen. Somewhat the worse for wear. Met zo’n ACOD-zakdoek rond de nek. Maar dan wel zéér tired and emotional, lethargisch op het comateuze af.

Zat, met andere woorden. “Ziet da je nie moe spuien hé hast!” werd er van verder in de wagon geropen, door een bende vrouwmensen die, voor zover ik het kon horen (mijn koptelefoon zat in en ik was naar een slechte film aan het kijken), zeker een kwartier lang een collectieve vettig kakelende slappe lach hadden wegens een filmpje dat ze aan het maken waren met hun fotokodak.

En toen hebben ze Mexico (mexihi-iiii-iiiiii-iiiiiii-co) ingezet. En toen En damme toffe joengs zin da wile we wehéteuh. En toen we haan noh nie narus.

Ah, de syndicale afvaardiging op reis. Schoon.

Ze gingen, blijkbaar, belahhe nie naar huis, wegens alsdat oes moedre es nitus.



Reacties

2 reacties op “Mohowzeh”

  1. Vraag van een ‘Ollander die gisteren toevallig ook in Antwerpen was: waar ging die demonstratie in ’s heeresnaam over? Honderden groene mannetjes en vrouwtjes en honderden rode mannetjes en vrouwtjes; het leek de Snickers-reclame wel:

  2. Erg Michel, erg, erg, maar nog erger dan je schrijft want het is niet ‘narus’ maar ‘norus’.