Ik was heel even Huisbaas. Een voor de staat ver familielid had een appartement. Toen zij overleed begin dit jaar, werd mijn vader voor een deel Huisbaas, en toen mijn vader overleed deze zomer, werd ik, euh, Deels Huisbaas.

Of zo. Want er zitten nog andere mensen tussen natuurlijk, en er zijn dingen met vruchtgebruik en naakte eigendom en zo. Ik zou op geen tien procent na kunenn zeggen hoeveel procent Huisbaas ik nu precies ben – was ik een kat, ik geraakte er mijn jongen in kwijt — point is ik was even huisbaas .

Sinds vannamiddag niet meer: het appartement is verkocht. Twee of zo uur bij de notaris gezeten met een hele tafel kopers en verkopers, een hele boterham akte voorgelezen gekregen en ondertekend, en hopla, .

Huisbaas-af.

En wel content, eigenlijk. Gelukkig heb ik er mij nooit moeten mee bezig houden, maar ik kan me inbeelden dat het een vreselijke miserie is: ergens tussen syndicus en huurder en mede-eigenaars en algemene vergaderingen en vaste kosten en contracten en klachten en niet-betaalde huurgelden en facturen en papieren bijhouden en dossiers aanleggen en data in het oog houden en dingen, daar ergens bevindt zich mijn idee van de hel.

Brr.