Voor zover ik mij herinner, was dat mijn favoriete uitvlucht om nog eens naar beneden te kunnen komen als ik eigenlijk al lang in bed had moeten zitten.

Tot ik een jaar of negen was, kon ik niet lezen in bed wegens geen nachtlamp, maar toen heeft mijn grootvader er een boven mijn bed gehangen. Zo’n bol, waar onderaan een draad in een lus uitkwam, waarop een aan/uitschakelaar.

Ik denk dat ik in dat jaar mijn linkerarm helemaal uitgerokken heb en een permanente deuk in mijn rug gekweekt heb: mijn kamer gaf uit op de gang, en als het licht aan was in mijn kamer, was dat direct te zien. En dus moest ik lezen half rechtop in bed, met mijn boek in één hand en mijn andere hand op de lichtschakelaar. En van zodra de deur beneden een krimp gaf, moest ik het licht uitknippen.

Als mijn kinderen wakker willen blijven om te lezen, dan mogen ze dat van mij. Het is niet alsof ik ze kan tegenhouden: ze zullen het hoedanook doen, en dan heb ik liever dat ze geen stress hebben.

“Jamaar, gaan ze dan niet in slaap vallen op school?”

Gho, in slaap vallen, daar zullen ze toch wel al heel erg lang voor moeten lezen in bed — ik viel pas regelmatig letterlijk in slaap op school in het vierde middelbaar of zo. En als ze moe zijn op dinsdag omdat ze maandagnacht te lang gelezen hebben, dan zullen ze wel vroeger in bed kruipen op dinsdagavond. Of toch zeker vroeger in slaap vallen: het is zoals een thermostaat die naar een evenwicht zoekt.

Het grappigste is dat Zelie het denk ik helemaal doorheeft, wat mijn gedacht daarover is. Ze kwam daarnet, een dik half uur nadat ze naar bed had moeten gaan, uit het toilet geslopen: ongetwijfeld net een hoofdstuk uitgelezen. En dan was het stil. De overloop is recht boven mijn trekzetel, de vloer kraakt er nogal, en dus valt het erg op als ze niet tot helemaal in haar bed geraakt.

Op conversatietoon naar boven: “Zit iedereen daar in zijn bed?”

Even stilte. Zelie: “Nee…”

– Allez ju, in uw bed!”

Lange stilte.

– Ja maar ik heb keelpijn…

Ik weet maar al te goed dat ze misschien wel keelpijn heeft, maar dat ze het eigenlijk gewoon aan het rekken is. Terwijl Sandra om een keelpastille gaat in de badkamer, heb ik het met Zelie over een nachtlamp.

Haar glimlach maakt mijn avond.



Reacties

9 reacties op ““Ik heb nog een beetje dorst””

  1. Haha, ik herken het: half luisterend naar alle geluiden van deuren stiekem in bed liggen lezen, met mijn arm aan de lichtknop. Ik heb eens met een spot onder mijn donsdeken liggen lezen, tot er een verschroeide plek op de donsovertrek verscheen. Waar is de tijd…

  2. I approve. Al vroeg was het vechten met m’n broer om het licht aan te laten om nog een beetje verder te kunnen lezen in bed. Eens ik een kamer voor mezelf had, was het ook spelen met het nachtlampje om niet betrapt te worden.

    Ergens denk ik dat m’n ouders het wel in de gaten hadden, maar waarom zouden ze boeken lezen verbieden? Ik denk dat ze al blij waren dat toch één van de zonen verknocht was aan lezen.

    Ah, de tijden. Ik kan me niet herinneren hoe vaak ik deed alsof ik al in slaap gevallen was met boek in m’n armen en het licht nog aan, omdat ik anders betrapt zou worden op een veel te laat uur.

    Dat en de keren dat ik echt in slaap viel natuurlijk.

  3. Aahh damn ja, zó herkenbaar! Hier was ‘t met een pillamp onder de dekens te doen, want de zus wou altijd veel vroeger slapen. En als papa dan onverwachts de kamer binnenkwam was ‘t kot te klein en vloog ik in de hoek, beneden in de living op de koude vloertegels …

    De mijne krijgen een nachtlampje en een boekenplank bij hun bed, potverdorie!

  4. Ha. Mijn truuk: mijn kamerjas op de grond leggen zodat er geen licht vanonder de deur zou komen. En ik wikkelde iets rond de klink, zodat door het sleutelgat ook niks te zien was. Werkte perfect, ik heb dikwijls tot een stuk in de nacht doorgelezen tot mijn boek uit was.

    Als kind had ik daar dan geen last van op school, maar nu zou ik het toch niet meer moeten doen…

  5. Bij ons mogen ze ook nog wat lezen in hun bed voor het slapengaan. Ze zullen idd vanzelf wel slapen als ze moe zijn.

  6. Hier hebben we hen altijd, reeds van heel klein, gewoon gemaakt om na het voorlezen, zelf nog wat te lezen in bed. Dat had vooral het voordeel (behalve de liefde voor het boek natuurlijk) dat ze vanzelf heel rustig werden en bleven, en zo in slaap vielen.

  7. Ha! Die ‘”ik heb nog een beetje dorst” is duidelijk van alle tijden want mijn 3,5-jarige heeft dat als favoriet in haar arsenaal van truuken om niet in bed te kruipen…

  8. Leeslamp: aanrader. Boeken in bed: OK.

    Punt.

    Btw.: mijnen truck, ooit: Lang, hééél lang geleden, heb ik m’n kleerkast ooit leeggemaakt en er een stoel in gezet waar ik dan las bij het licht van een kaars.
    Een kind vindt altijd wel iets…

    Ahja en ook: onder het motto “me no know no CO²”

  9. Aha, klinkt inderdaad bekend.

    Maar is het stiekeme nu net niet ‘part of the fun’ .
    En is het net niet de verboden vrucht die het lekkerste smaakt.

    Dus van mij mogen ze NIET lezen in bed. Maar ik ben apetrots en fier als ik merk dat ze het stiekem wel doen, al laat ik dat niet merken natuurlijk.