Ik voel mij altijd zo’n beetje Carrie-Anne Moss, als ik naar logfiles van een webserver aan het kijken ben.
Dan floepen er allerlei regels voorbij, en als het een niet al te druk bezochte website is – eentje die, pakweg, net online gezet is – dan herkent men er de individuele bezoekers in.
Zo van: oh kijk, die is via die site hier terechtgekomen, en nu gaat die naar de kalender kijken… en nu klikt hij door naar dié pagina, en leest hij verder naar dié pagina, en nu is hij weer in de kalender… en nu zal hij weg zijn.
Ik heb vanmorgen een nieuwe website online gepleurd, en dan zet ik een groot terminalvenster open met een tail –f op het log.
tail –f wwwlog | grep -vE '(sites|files|misc)'
en draait dat de hele tijd in de achtergrond, en wacht ik tot de mensen binnenkomen.
Ik had één link geplaatst, op Librarything, om vier uur vannacht of zo. Om 5u01 kwam GoogleBot al langs
…en om 6u01 was Yahoo!’s slurp er:
(Oh ja, ik weet: stom, screenshots van een tekstfile. Maar ‘t is nostalgie, ik heb van tien jaar geleden nog allemaal van die screenshots staan.)
Eens het allemaal online staat en er komt meer dan een paar bezoekers, zet ik mijn terminal op
tail –f wwwlog | grep -vE '(sites|files|misc)'
…dat ik zo ongeveer alleen nog de pagina’s zie, niet meer de css en de javascript en de beelden.
Ik zou dat eigenlijk hele dagen kunnen laten op staan. Op zo’n enorme muur, met veertig grote monitors, en allemaal logfiles en garfieken en dingen.
Mmmm.
Reacties
2 reacties op “The Matrix”
Een heel lichte vorm van (hoogbegaafd) autisme?
ik zet zulke dingen altijd als bureaublad om er extra verdacht uit te zien t.a.v. de marketing en it manager