Ik was gehaast, vanmorgen: Fijne Collega Ben ging langskomen ’s morgens om iets te doen met een autosleutel (komen ophalen, komen afgeven, ik weet het niet meer), en omdat we in onze nieuwe locatie nog niet allemaal een sleutel hebben van de deur, moest ik er zeker op tijd zijn.
Ik was er om vijf voor acht of zo, dus ’t viel nog wel mee, maar! Ik had de deur opengedaan, de fiets binnen gezet, ik ging drank en gerief uit mijn zadeltas halen en… AAARGH!! geen zadeltas meer! Een lege ruimte waar normaal gezien een fietstas aan de zijkant van de fiets hangt!!
Omdat mijn fiets elektrisch is en de bagagedrager hoger is dan normaal, kon er geen dubbele fietstas over de achterkant, en is het zo’n hangding aan één kant geworden, dat met twee plastieken haakjes aan een ijzeren stang aan de zijkant van het achterwiel hangt.
En dat kreng was er af.
Ik rijd rond met een koptelefoon, ik heb dat ding natuurlijk niet horen vallen, en aargh waar zou het kunnen liggen?
Ergens tussen punt B en punt A, dus:
Paniek! Wat nu?! Ik moet aanwezig zijn voor die sleutel! Ik kan toch niet weggaan en dat Ben hier dan staat? En 99 kansen op honderd ligt die tas ergens waar ik ze nooit meer vind, en heeft het geen enkele zin om te gaan zoekn. Maar wat met mijn gerief? En mijn duur fietsslot? En een doos met zes flessen cola? Aaargh!
Snel nadenken!
Ik heb een post-it gezocht, mijn telefoonnummer erop geschreven en de boodschap dat ik op zoek naar mijn zak was, post-it aan de binnenkant van de deur gehangen, deur op slot gedaan, en ik ben met de moed der wanhoop mijn stappen beginnen terugtraceren: een mens wist nooit, en alles.
In kaart gebracht! Rood is de deur van het werk, groen is waar ik mijn tas heb teruggevonden:
Zucht.
De rest van de dag verliep zonder incidenten, dankuzeer voor het vragen.
OF NEE WACHT! ’t Is niet waar!
We zijn met een deel van het werk verhuisd naar een nieuwe lokatie, en dat valt helemaal mee, maar er is wel nog wat werk. We hebben geen eigen stromend water, bijvoorbeeld. En geen eigen toilet. En geen eigen keuken.
Vanmiddag kwam er bezoek op bezoek (stress, de mevrouw van Tales from the Crib was erbij, en ik ben altijd zo nerveus als ik die zie in het echt want ik ben bang van mensen die ik niet ken maar toch een klein beetje maar niet echt), en die hadden eten mee, en dat eten moest opgewarmd worden en dat kon alleen in de microgolfoven boven bij de andere mensen in het gebouw.
De andere mensen, die ik al heel de tijd dat ik daar zit religieus vermijd: als ik naar het toilet ga (ook boven), lees ik van onderaan de trap tot aan het toilet in een boek of een iPad of zo, en dan van het toilet weer tot onderaan de trap: zo moet ik niemand in de ogen kijken. Of God verhoede, spreken.
Maar nu moest ik dus het bezoek de microgolfoven tonen. Even geprobeerd om ervanonder te muizen en het aan iemand anders te vragen, maar ’t is niet gelukt en ik heb het zelf moeten doen. Paniek! Aaargh! Ik ga moeten spreken tegen mensen! Wie weet stellen ze mij vragen! Wie weet zeggen ze dat het gedaan moet zijn met altijd naar het toilet te gaan! Wie weet zit er al iets in die microgolfoven!!
Uiteindelijk liep er niet echt volk los, en is het gelukt zonder menselijke interactie. Ja, ik ben een triestige mens, ik weet het.
Zucht.
Oh trouwens: ik sta op het weblog van de mevrouw van Tales From The Crib! (Ik ben die mens met zijn tulband).
Reacties
11 reacties op “Mijn hart sloeg een paar slagen over”
Awel Michel, gij hebt ons de microgolf getoond alsof ge dat al jaren deed. Ik had dat persoonlijk niet beter gedaan. 😉
Extraverte introvert?
Ge wilt niet weten hoeveel angsten ik elke dag weer uitsta.
God, Michel, ge zijt nen toffe gast en ik begrijp uw stress (over uw fietstas en over het ontvangen van onbekend volk). Ik heb spijt dat ik jullie niet allemaal persoonlijk ken, al lijkt dat wel een beetje zo, natuurlijk.
Ik moet hier hard mee lachen, omdat ik het bij mezelf herken.
Het lijkt wel alsof ik er bijwas, als ik het u zo hoor vertellen. Maar dat kan niet, want ik word gewoon doodgezwegen.
San, er was daar sprake van schaamteloos geflirt met een jonge zwangere vrouw jom. Met tulbanden en alles.
Nem. Ik voel mij al veel beter.
Dat hoonlachend geproest op de achtergrond: Sandra’s reactie als ze de term “geflirt” in dezelfde zin vermeld ziet als mij.
What’s the story van den tulband? Zo ziet ge er een beetje uit als die prent van die kerel met tulband en glazen bol op de kermis vroeger. Zo een klein kotje waar ge wat geld moest ingooien en waar ge dan uw toekomst voorspeld krijgt.
Ik heb een tulband, da’s het enige verhaal, vrees ik. 🙂
Zoltan Vuijlsteke. <3
Ik wou een kanarie die ik dan Zoltan zou noemen, maar dat mag niet van Sandra. Pfff.