Voeger toen ik in de lagere school zat, moest ik een paar keer per jaar nieuwe contactlenzen hebben. Voornamelijk omdat ik ze alsmaar verloor — hoe gaat dat, een kind van zeven met contactlenzen, en hoe zoudt ge zelf geweest zijn? — maar ook wel omdat mijn ogen voortdurend serieus achteruit gingen.
Dat moet zo’n twintig jaar geleden ongeveer gestopt zijn: sindsdien heb ik min of meer constant dezelfde brilsterkte.
Maar nu, sinds een paar dagen, zie ik plots gelijk minder goed. Er is absoluut niets aan de hand met mijn leesogen: ik zie nog altijd beter dan wie ook van (zeer) dichtbij, maar van ver is het echt alsof het een dioptrie (of twee) minder is dan anders. Ik heb het moeilijk met nummerplaten van auto’s en kleine letters op reclameborden, kleine letters op een monitor zwemmen voor mij ogen, dat soort dingen.
Zou dat kunnen van vermoeidheid zijn wegens vakantieritme nog niet kwijt? Is er iets anders aan de hand? Zit er nog genoeg druk op mijn ogen? Of juist teveel? Tijd om naar de oogmeester te stappen!
Reacties
4 reacties op “Die keer dat ik mij ongerust maakte”
Naar de oogmeester stappen … dat is dan een afspraak binnen een maand of vijf?
Eind volgende maand. 🙂
Laat je bloed eens controleren: van ijzertekort of vitamine B-tekort ga ik altijd tijdelijk een pak slechter ver zien.
Kan toch ook gewoon den ouderdom zijn? Of neen, jij bent al op de leeftijd gekomen dat je ogen alweer zouden moeten verbeteren 🙂