Dagen en nachten heb ik gezocht naar mijn schoenen, sinds maandagochtend al. 

Het is niet alsof wij hier duizend kamers hebben of zo, en het is al helemaal niet dat ik mijn schoenen op allerlei onverwachte plaatsen uit doe, dus de conclusie was redelijk snel bereikt: moedwillig weggestoken, door één of meerdere van mijn huisgenoten. 

Die allemaal van krommen aas gebaren, doen alsof ik plots de enige persoon ben die niet weet waar hij zijn schoenen uit doet (naast mijn bed, elke avond), alsof ik de enige persoon ben in huis die niet kan zoeken (ik weet niet van wie die kinderen het hebben, dat ze niets terugvinden, maar het is niet van mij, dat kan ik u zeggen), alsof ik op de één of andere manier dingen mijn eigen verantwoordelijkheden in de schoenen (ha!!) van iemand anders zou willen schuiven.

Maar goed. 

Vanavond zit ik aan mijn bureau in de living, en doe ik — bijzonder uitzonderlijk, dat doe ik anders nooit vanzeleven — mijn schoenen uit terwijl ik daar zit.

Ik duw ze wat naar achter, ah ja, anders zit ik met mijn voeten op mijn schoenen.

En wat voelt mijn grote teen?

HA!

IMG 2275

Die geel-bruin-paarse dingen zijn de schoenen waar ik noodgedwongen al een week mee naar het werk moet gaan, en daar in de hoek, achter de linuxcomputer onder mijn bureau: mijn echte schoenen!!!

Weggestoken, vlak onder mijn neus dan nog wel, door één of meer onverlaten die zich mijn gezinsleden noemen!! Straks, als ze terug thuiskomen van eten bestellen bij de lokale Turkse Medemens, zet ik ze op sekreet. Tot ik weet wie ik kan straffen.

Serieus, gasten, een beetje mijn kansen op promotie op het werk saboteren door mij met inferieur schoeisel naar het werk te sturen. Trrr. 



Reacties

4 reacties op “Crisis afgewend”

  1. Ik zeg klompen kopen. Klompen….

  2. Anarchy in the Vlaanders zeg ik u!

  3. Ik zou voorstellen dat iemand die promotie wil maken zich wel meer dan 1 paar goede schonen kan veroorloven, maar dat zou waarschijnlijk betekenen dat hij twee paar schonen kwijt raakt…

  4. Een linuxcomputer ? Gooi die ‘schoenen’ dan maar gauw weg.