Zondag ben ik met mijn schoenen buitenshuis geweest.
Maandag waren mijn schoenen weg. Iemand heeft ze gepikt, of weggestoken of zo.
Ik heb ze zondag ook gekuist en opgeblonken, dus het zou kunnen zijn dat ze zodanig proper zijn dat het licht er volledig rond gebogen wordt of zo, maar dat betwijfel ik.
Het kan dus eigenlijk alleen maar diefstal of moedwillige pesterij zijn. Maandag heb ik een half uur lopen zoeken in huis, en ben ik uiteindelijk uit armoe op mijn sletsen naar mijn werk gegaan. (Sletsen die ik gelukkig zaterdag pas had teruggevonden — een onverlaat had ze verborgen onder een lading andere schoenen in de badkamer.)
Ik heb nog een oud paar schoenen gevonden, dus ik kan nog wel even verder blijven zoeken. Maar niet te lang, want de sluiting van de oude schoenen werkt niet meer (een duistere historie van schoenveters en haken, en dat de haken aan de ene kant niet meer werken en de schoenveter aan de andere kant te kort is geworden omdat er een stuk afgevallen is).
Zucht. Elk huis heeft zijn kruis, maar ze maken het mij toch écht wel moeilijk, mijn familieleden.
Reacties
2 reacties op “Ik ben een duts, aflevering kweetniethoeveel”
Als het een troost mag wezen; verstrooidheid is een teken van intelligentie. Schijnt?!
Wij zijn maar met zijn drietjes en vinden soms al dingen niet terug, dus denk ik dat het niet zo abnormaal is dat er bij jullie al eens iets verdwijnt… dat maakt het natuurlijk niet minder lastig… je bent dus een duts, ja.