Vanaf 1 september 2013 is het genoeg om een academische bachelor te hebben en lerarenopleiding te volgen om les te mogen geven in de eerste en tweede graad aso, tso en kso, in het bso ook in de derde graad.

Bij de vakbond heerst nog scepsis. ‘Ik ga ermee akkoord dat we elke potentiële leerkracht zoeken’, zegt Rudy Van Renterghem, adjunct secretaris-generaal van de christelijke bond COC. ‘Maar heeft een academische bachelor genoeg body om in de hogere klassen les te geven? Je kunt daaraan twijfelen. Vergeet niet dat het nooit als uitstroomdiploma bedoeld was.’

Wat vreemd toch, dat iemand van 35 of 40, die een bachelordiploma heeft, en die al 15 of 20 jaar werkt, per definitie minder zou geschikt zijn om bijvoorbeeld geschiedenis of wiskunde of Nederlands of Frans te geven en al wat er van een leraar secundair onderwijs gevraagd wordt te kunnen, omdat zij of hij meer dan een half leven geleden die twee jaartjes master niet gedaan zou hebben. 



Reacties

25 reacties op “Les geven op school”

  1. helemaal mee eens. + doordat ze een A1 en bachelor hebben gelijkgesteld een paar jaar terug, was dat juist wel een uitstroom diploma in die tijd.

  2. T gaat hem trouwens niet zozeer om de masterjaren (meeste hebben die ook niet), maar het (half) jaar aggregaat dacht ik. Maar groot gelijk inderdaad

    1. ik heb geen pedagogisch diploma maar heb in elke job (sinds 1994) die ik had lesgegeven. Ik ben zeker dat ik al meer gelezen en geleerd heb over lesgeven dan de meeste leerkrachten die ik ken. De meeste leerkrachten hebben tijdens hun opleiding geleerd over lesgeven, en dan heel sporadisch nog eens iets. Ik investeer 20% van mijn omzet (niet winst, omzet) aan bijleren. Een groot deel daarvan gaat over hoe andere mensen iets bijbrengen. Dat staat niet in een diploma, en dat kan ook niet. Ik ga niet beweren dat ik beter ben dan mensen die al 20 jaar exclusief lesgeven, maar ik weet wel dat ik kan lesgeven en dat ik geen diploma nodig heb om dat te bewijzen.

      Ik zou graag binnen een jaar of 15/20 mijn carriere afsluiten met lesgeven: liefst aan de hoge school / unief lesgeven aan informatica studenten, of economisten. Hopelijk kan dat tegen dan.

      1. Voor mij mag bij wijze van spreken iedereen die zich geroepen voelt om les te geven zich hiervoor kandidaat stellen. Maar dan moet men wel de selectieprocedures strenger maken. Zo voorkomen we ook dat “onbekwame” gediplomeerden voor de klas gaan staan.

  3. Ik vind het toontje hier toch enigszins verontrustend. Volgens dezelfde redenering hoeven we eigenlijk niet eens diploma-vereisten voor leerkrachten te stellen; er zullen immers genoeg mensen zonder enige kwalificatie zijn die het ook kunnen.

    1. Laat me raden… leerkracht? 😀

    2. …maar eigenlijk, neen en tegelijkertijd ja: ik zou héél graag een diploma van leraar zien, met dan wat extra vakken over het onderwerp, in de plaats van een diploma in één of ander vak, en dan hier en daar wat studiepunten over “het leraar zijn”.

      Als ik kijk naar wat mijn dochter ziet in de lessen die zij in de eerste graad humaniora deed — up to and including Latijn, Grieks, wiskunde en wetenschappen: dat is leerstof die een zestienjarige kan geven.

      Daar moet je geen universitair diploma klassieke filologie, wiskunde, of kernfysica voor hebben.

      Degelijk les geven, dat is iets helemaal anders.

      1. Michel: je geeft het antwoord dat ik aan Flor zou geven. Ik zeg niet dat je leerkrachten moet hebben die niet kunnen lesgeven, maar dat er meerdere manieren zijn om dat te leren.

      2. Het voorbeeld dat je geeft van de eerste graad humaniora is een beetje naast de kwestie, gezien je met een universitaire master + SLO in feite niet eens in aanmerking komt voor de 1ste graad.

        Deze maatregel is gewoon compleet het tegenovergestelde van wat we zouden moeten doen: het beroep van leerkracht opwaarderen door méér eisen te stellen aan de kandidaten. Nu bevestigt men in feite het idee dat les geven iets is wat zowat iédereen wel kan.

        1. Meer eisen voor het leraarschap: zeer graag. En voortdurend zelfs, jaar na jaar. Permanente evaluatie.

          Maar ga je nu écht zeggen dat je een masterdiploma moet hebben om geschiedenisles te geven? Nederlands? Frans? Wiskunde?

          1. Ik zou zeggen:ja. In veel Europese landen is een masterdiploma nodig om leerkracht te zijn in gelijk welk jaar, het kleuteronderwijs uitgezonderd.
            De vraag is wat je tijdens die opleiding leert. Het spreekt voor zich dat er een groot stuk vakkennis overgedragen moet worden, maar het klopt dat er veel te weinig aandacht gaat naar pedagogie en didactiek. Gedifferentieerd lesgeven bijvoorbeeld, dat is iets wat bij ons onbespreekbaar is omdat het onvoldoende aan bod komt in de lerarenopleiding. En net door het gebrek daaraan, is heel die onderwijshervorming op de helling te komen staan en wordt ze nu een schim van hoe ze oorspronkelijk bedoeld was.
            Trouwens, ik zou wel eens willen weten of de wiskunde die ze in de eerste graad a-stroom (met optie Latijn, het zou niet mogen uitmaken maar dat doet het uiteraard toch) krijgen, door gelijk welke zestienjarige gegeven kan worden. Ik ken mensen met een universitair talendiploma die de regel van drieën niet kunnen toepassen. Om maar iets te zeggen.

    3. Flippend Rund avatar

      Ik ben ook een beetje ongerust. Stel je voor dat iemand zonder pedagogisch diploma zomaar in contact komt met jongeren. De gevolgen zouden niet te overzien zijn!

  4. Goed punt, hoor. Akkoord. Maar ik heb ook begrip voor de wrevel, als die er zou zijn; er heerst maatschappelijk al een sfeertje dat leerkrachten “veel vakantie” hebben en eigenlijk niet zo veel moeten doen; dat het allemaal niet zo veel voorstelt, voor een klas staan. En dit zou mensen die dat al (onterecht) dachten, alleen nog in mijn mening kunnen versterken.

  5. Maatregel en discussie doen weinig ter zake. Vraag is waarom er zo’n tekort aan leraren is! De oplossing voor het probleem ligt in het antwoord.

    1. Eum… omdat leraars niet betaald worden naargelang hoe goed ze hun werk doen, en dat een leraar die er al twintig jaar zijn voeten aan veegt en gehaat wordt dezelfde behandeling krijgt als een leraar die al twintig jaar zijn best doet en geliefd wordt? 🙂

      1. Ooo, zo ver denkt een beginnend lesgever niet. Hij is al blij als hij een voltijdse job in 1 school vindt en niet van hot naar her moet lopen met tijdelijke opdrachten. Zo lang hij niet benoemd is, komt daar nog eens jaarlijks werkonzekerheid bij. En ja, benoemingen leiden tot situaties zoals je hierboven beschrijft. Men zou die dan ook beter afschaffen en vervangen door contracten van onbepaalde duur (stimulerend voor een beginnend lesgever) waaraan verplichte vormingen (“permanent verbeteren”) en jaarlijkse evaluaties (“kwaliteitsbewaking”) gekoppeld worden.

        1. Dat klinkt zó voor de hand liggen dat zelfs iemand zonder academische bachelor er zou op kunnen komen.

          De vraag is dan waarom dat nog geen werkelijkheid is. Onderwijsvakbonden, denk ik!

          1. De vdab wierf tot recent instructeurs aan op basis van competenties en niet (louter) op basis van diploma. Sommige instructeurs hebben een master, andere een bachelor en nog andere zijn aangeworven op basis van ervaring. Alle instructeurs hebben dezelfde salarisschaal. Dus loon naar functie en niet naar diploma. Heel vooruitstrevend en een voorbeeld voor het onderwijs, zou men denken. Mis! De Raad van State heeft op de vingers getikt. Mag niet meer want is niet volgens het Vlaams Personeelsstatuut (www.bestuurszaken.be/vps). Zucht. We hebben nog een héél lange weg te gaan.

        2. Ilse ben jij toevallig Ilse mijn directrice haha. Zo werken wij nu eenmaal op school. Eerst start je met een 10 maanden contract en je onbepaalde duurscontract moet je verdienen. Ik kan trots zeggen dat ik het verdient heb maar dat wil niet opeens zeggen dat je onschendbaar bent. Terwijl met vaste benoemingen wordt het al iets moeilijker iemand buiten te krijgen die niet meer voldoet. Negen van de tien komt die persoon gewoon terecht in een andere school van die sectie.
          Trouwens groot gelijk van die werkonzekerheid. Toen wij bijna afstudeerden op de hogeschool kwamen ze ook praten over het oh zo grote tekort. Resultaat na een half jaar hier en daar eens vervangingen te doen en pas in januari tijdelijk de zomerklas te krijgen op één van de zovele scholen, werd me duidelijk wat een bullshit dat is. Er schoot dan ook meer dan een klasgenoot in paniek omdat ze toch ni zo gemakkelijk een job vonden en dan vooral een eigen klas. Wie zekerheid voor een jaar had mocht zijn twee pollekes kussen. Er is wel een tekort aan leerkrachten maar er is vaak niet genoeg plek om klassen bij te zetten. Dus ofwel krijg je dan prefabs hier en daar als extra lokaal (ouders zijn daar niet zo blij om) of hoekjes in een refter die ze als extra klas omtoveren (ook niet zo leuk voor ouders) of het meest voorkomende syndroom. 1 juf voor bijna 40 kids in de klas.
          Verrassend genoeg is dit laatste voor ons “onderwijs geschoolde” duidelijk het minst ideaal, terwijl ouders zonder kennis eerder hiervoor opteren. Om de één of andere reden denken ouders dat de kwaliteit van het lesgeven verminderd als je geen degelijk lokaal hebt. Terwijl het mijns inziens toch bijna onmogelijk wordt om degelijk les te geven als je 40 kleuters in de gaten moet houden.

          1. VerdienT heb?

      2. Dat weet ik niet zo goed. In Finland (ja, daar gaan we weer, maar dat land bestáát) is leerkracht een populair beroep. Enkel de besten mogen leerkracht worden. Hun loon ligt niet hoger dan bij ons en is ook niet gekoppeld aan hun prestaties. Ze hebben wel een pak meer autonomie. Inspectie bestaat er niet zoals bij ons.
        Ik denk dat het probleem dieper ligt dan wat je hier schrijft.
        Het heeft volgens mij te maken met de maatschappelijke appreciatie van het beroep, en die hangt samen met de rol die onderwijs moet spelen volgens die maatschappij. In Finland leeft veel meer het idee dat onderwijs mensen uit verschillende sociale klassen tot gelijke hoogte kan brengen. Kom daar hier maar eens mee af.

  6. Er is nog een verschil tussen academische bachelors (‘kandidaten’) en professionele (‘A1’, of HOBU, of HOKT/HOLT zoals dat vroeger allemaal heette). In mijn eigen kandidatuursjaren heb ik veel statistiek, filosofie, moraalwetenschappen, historische inleidingen en wat nog gehad, en relatief weinig echte inhoud van mijn richting (toevallig pedagogiek). Dat laatste werd echt pas in de laatste drie (nu twee) jaar uitgediept. Iemand die A1 pedagogiek in dezelfde periode zou gedaan hebben, had al langer een pedagogische basis.

    De twee opmerking is terecht: we hebben nog een lange weg te gaan om ervaring te verzilveren op dezelfde manier als opleidingen.

  7. Ik ben drie jaar naar de hogeschool geweest en op mijn diploma staat toch ook maar bachelor in het onderwijs: kleuteronderwijs. Uiteindelijk vind ik dat het niet uitmaakt wat er op dat diploma staat. Ze zouden beter wat meer gaan zien wat er effectief voor de klas staat en idd gaan betalen naargelang prestaties want er zijn er bij die amper iets doen maar toch evenveel betaald krijgen gelijk een ander. Trekt op niks!

  8. Flippend Rund avatar

    ah de goeie oude Belgische diploma-fetisj die de Vlaamse jeugd compleet platslaat.

  9. Die ideeën over “betalen naargelang prestaties” klinken allemaal geweldig, maar hoe gaat zoiets concreet verlopen? Je kan niet afgaan op de studieresultaten, want dan krijg je “teaching to the test” zoals nu gebeurt in de VS en het VK; en maak je de leerlingen tot slachtoffer. Als je de directeur laat “evalueren” zet je de deur open voor nepotisme en willekeur; en heb je op en den duur scholen waarin enkel ja-knikkers kunnen overleven en samenwerking binnen het leerkrachtenteam vrijwel onmogelijk wordt.

    Het échte probleem is volgens mij de compleet onmogelijke situatie voor beginnende leerkrachten: je wordt van de ene korte deeltijdse vervanging naar de andere gestuurd, hebt zelden meer dan enkele maanden werkzekerheid. Vaste benoeming is voor mij en mijn beginnende jonge collega’s absoluut geen issue, eerder een “pie in the sky”, wij zijn eerder bezig met de vraag of we volgende maand (in het beste geval volgend schooljaar) nog werk gaan hebben. Ondertussen wordt men langs alle kanten gebombardeerd met verhalen over het “lerarentekort” dat zich in werkelijkheid beperkt tot enkele zeer specifieke technische vakken.