SpinPremisse: op een bepaalde dag verdwijnen de sterren. En de maan. Blijkt: iets of iemand heeft een soort schild rond de Aarde geplaatst, en buiten dat schild gaat de tijd veel sneller — of beter, binnen het schild is de tijd enorm vertraagd.

De moeder van Tyler Dupree is de huishoudster van de Lawtons, een rijk gezin. Tyler en de twee kinderen-Lawton, Jason en Diane, zijn beste vrienden, maar ‘t is complex: Jason is een soort genie, Tyler is tot over zijn oren verliefd op Diane, en Diane heeft issues.

Dat schild rond de Aarde blijft er hangen, en men berekent al snel dat het een goeie vijftig-zestig jaar subjectieve tijd zal duren voor de zon de Aarde zal opslorpen, en dus hoera, einde van de wereld en allerlei doemprofeten: voor ge’t weet zit Diane in zo’n cultus. Jason aan de andere kant probeert iets te doen: zijn vader had snel een fortuin verdiend met een alternatief voor satellieten (die ook weg waren natuurlijk), en Jason leidt een soort NASA-achtig agentschap dat onder meer gaat proberen Mars te terraformen, met als ultiem doel te proberen achterhalen wie of wat de oorzaak is van het hele gedoe, en en passant ook nog eens proberen het menselijk ras te laten overleven.

 

Ik kreeg het boek aangeraden als moet ge zéker lezen, onnoemelijk goed!, maar bleek na een hoofdstuk of zo dat ik het al gelezen had. En, wat erger is, dat ik het niet eens zo goed vond.

Tyler wordt arts, en gaat uiteindelijk voor Jason werken als een soort persoonlijke arts, als blijkt dat Jason MS heeft. En dan wordt het allemaal plots wat Stranger in a Strange Land of Man Who Fell to Earth, en oh ja, zit het ook nog eens in een raamvertelling van jaaaren later als Tyler en Diane samen oud zijn geworden waardoor enorm veel potentiële spanning zomaar verkwanseld wordt, en die het zowat centrale conflict van het boek (“Diane & Tyler: will they? won’t they?”) ondermijnt.

Ik heb geen problemen met niet-harde Science Fiction, maar als ik na 458 bladzijden het gevoel krijg dat ik 400 bladzijden opvulsel rond een toegegeven niet verkeerd idee gelezen heb, dan is er iets mis. En vooral als dat opvulsel een soort The Bold and the Beautiful-schrijvelarij is, maar dan zonder het gevoel voor humor.

Op een halve dag uitgelezen, en erg teleurgesteld opzij gelegd. Ik was marginaal minder teleurgesteld toen ik ontdekte dat er twee vervolgen zijn — misschien dat die wél een soort closure bieden. En misschien zijn die wél beter. Dat zullen we dán wel zien. ‘t Zal niet voor onmiddellijk zijn.

[van op Boeggn]