Ik kan mij niet herinneren dat ik ooit zo triestig was dat de Gentse Feesten gedaan zijn.
We zijn vanavond met de kinderen (minus Zelie, die gelijk drie of vier verschillende groepen vrienden en vriendinnen had om mee weg te gaan — ik weet niet wiet het uiteindelijk geworden is) naar de allerlaatste avond van Batahlan gegaan.
Ik heb er de namiddag ook doorgebracht, en ik heb ze allemaal nog eens goed bekeken, de mensen van Cirq en de kandidaat-Belgen. Niet dat ik ze ken of zo, maar ik had meer dan veel het gevoel van de laatste dag van een uitwisselingsproject. Dat gevoel waarbij ge naar iemand kijkt die u ondertussen bekender voorkomt dan de meerderheid van de mensen in uw vage omgeving, en dan beseft: het is bijna zeker dat ik deze persoon nooit meer zal zien.
En dat uw hart dan plots tegelijk in uw keel en in uw maag zit.
Ik ben niet zo iemand die met mensen gaat spreken, maar nu beklaag ik mij dat ik het niet gedaan heb, deze week. Ik heb hier en daar wat woorden gewisseld met een paar kandidaat-Belgen, maar ik had het meer moeten doen. Damned.
‘t Was vanavond slotshow met Laura en Sylvie van Kenji Minogue (het kunnen ook Valerie en Annick zijn of zelfs Sarah en Emilie, sla mij dood). Zoals de afgelopen paar dagen zaten we helemaal vooraan, hebben we ons kreupel gelachen bij RFU.tv, zijn de kinderen op het podium gekropen bij het voorleesmoment van Moussa (de grote klassieker Dribbel gaat naar de hoeren, deze keer), hebben we salsa gedanst, meegekeeld met de Gentse zangstonde (Walter De Buck’s versie van Timeloe Pameloe en Romain Deconinck’s Santé Santé, en uiteraard het Vliegerke), en uiteindelijk nog een laatste keer Populaire Turkse Politicus Mag Ik Overvaren gespeeld.
Het was de tweede keer dat Jan ‘s avonds meedeed, en wat graadt ge? Yup, hij heeft net zoals eergisteren weer gewonnen. Deze keer geen bulkverpakking nougat, maar één van de prachtige Tour From Hell-T-shirts. En hij is daarbij ook nog eens gemolesteerd door Sarah en Emilie, het arme jongetje was helemaal getraumatiseerd, kijk maar:
Nee serieus, ik ben er niet goed van. En ‘t is niet alsof ik daar veel gedaan heb of zo: gewoon toekomen, mij aan een tafel zetten, spuitwater drinken, een boek lezen, en wegvluchten als er gedanst moest worden.
‘t Is ergens nog goed dat ik morgen moet gaan werken, ik zou anders niet weten wat gedaan.
Tot volgend jaar, Cirq. Merci, ‘t was echt schoon.