Ik moest nog wat laatsteminuutdingen gaan halen (saffraan, een paar extra vellen zalm), en voor die zalm stond ik in de GB aan het stadhuis.
Er waren drie soorten zalm, van 65, 38 en 19 euro per kilo. En ik had eigenlijk geen idee hoeveel ik moest meenemen, dus bel ik naar Sandra om te vragen. Het is vier schellen van de dure geworden en dan nog een pakje van de goedkope voor de zekerheid.
Juist als ik de telefoon ging neerleggen, krijg ik een stamp in mijn rug, reikt er een hand over mijn schouder naar het schap voor mij, en tegen dat ik doorheb wat er gebeurt, zie ik een kale meneer vloekend en scheldend wegbenen.
Het moet even inzinken, maar ik moest schaterlachen: die kerel had misschien dertig of veertig seconden achter mij gestaan, en moet zich zó hard op staan winden hebben. En geen moment blijkbaar gedacht om op mijn schouder te tikken om te vragen of hij even door mocht of zo.
De kerel heeft mij horen lachen en draaide zich om — als blikken konden doden, ik lag in intensieve.
Om het uit te balanceren heb ik een oude Franstalige mevrouw met een kruk en slecht te been laten voorsteken aan de kassa, haar kar geleegd en de zak strooizout die ze moest hebben naar buiten gedragen en in haar fietstas gestoken.
Het leven is te kort om u nijdig te maken.
(Hou ik mezelf voor, tussen twee of drie episodes van mij zéér kwaad maken per uur.)
En ondertussen zijn we bijna klaar met al het voorbereiden hoera!
(En realiseren we ons dat we misschien wel een beetje teveel zullen hebben voor de mensen die maar komen. :))