Ik heb altijd mijn Kindle bij mij. Altijd.
Gisteren had ik préparé gemaakt, en mijn boek lag naast mij toen we aan tafel gingen — buiten, op het plankier.
Dan hebben we wat met de buren gekletst, en mijn boek zat in de zak van mijn peignoir.
Dan heb ik nog wat gelezen op het plankier.
En dan heb ik dingen naar binnen gebracht en heb ik nog een beetje gedefeld op de computer, en dan ben ik in mijn bed gekropen ergens in het midden van de nacht.
Ik was redelijk moe, en ik herinner mij (denk ik) dat ik mijn boek voor één keer niet mee naar bed had genomen.
En jawel: vanmorgen vind ik het niet meer. Ik heb geen flauw idee waar het ligt. ’t Is niet alsof het op tien plaatsen kan liggen: ergens in de gang, ergens in de keuken, ergens in de living, ergens in de slaapkamer. Nergens anders geweest.
En toch kwijt.
Ik steek het op iemand anders, die het verlegd heeft achter mijn rug.
Update nog geen tien minuten later: het komt allemaal uit! Iémand, en ik ga geen namen noemen, heeft mijn boek tussen dinsdag 3u en dinsdag 7u10 onder mijn bed gelegd. En niet aan de zijkant of in het midden of tussen de twee matrassen, maar aan de poot aan het hoofdeinde.
Schuldigen zullen aangesproken en gepast behandeld worden.
Reacties
Eén reactie op “Het is allemaal de schuld van iemand anders”
De grote regel hier is dat er geen kleinere dingen onder grotere dingen gelegd mogen worden. Het zijn altijd piramides, dan kan er nooit iets onzichtbaar worden.