Het is avond en ik heb geen zin om in mijn bed te gaan liggen.

Ik ben het namelijk beu, op een kapot bed slapen.

Ons bed heeft een systeem waarbij de latten op een soort zwevende stoffen band hangt, en die band hangt aan plastieken dingetjes in het frame van de lattenbodem.

Helaas: er is nu al een tijd één van die plastieken dingetjes kapot. ’t Is te zeggen: het is niet echt alleen een plastieken ding: in het plastieken ding zit een zware schroef, en die zit door het hout van het kader. En de schroef is afgebroken.

Het is moeilijk te omschrijven hoe één dingetje van de misschien een stuk op twintig zo’n enorm verschil kan maken. Het is het ding is net in het midden van mijn rug, en dat zorg ervoor dat mijn bed nu al weken aan een stuk aan één kant helemaal inzakt. Dat ik niet op mijn rug kan liggen, maar altijd op mijn zijde, en dan nog aan de andere kant van het bed.

Dat ik met andere woorden elke ochtend geradbraakt wakker word.

Ik ben het blijven uitstellen, maar morgen bel ik de winkel waar we dat bed gekocht hebben, veertien of zo jaar geleden. Zien of het te repareren is. Vingers gekruist.