Winter is het mooiste meisje van de hele maan. Zó mooi dat haar slechte stiefmoeder haar verplicht heeft haar eigen gezicht te verminken, maar nog is ze mooier.
Winter is opgegroeid samen met prinses Selene en met Jacin de zoon van een paleiswachter. En dan is Selene gestorven — verbrand in een “ongeluk” en haar lichaam is nooit teruggevonden. En dan is er iets gebeurd waardoor Winter besluit om nooit meer haar bioelektrische manipulatiekracht te gebruiken.
Helaas wil dat zeggen dat ze ook langzaam gek wordt: iets met de energie die niet mag accumuleren of zoiets, ’t is complex maar het gevolg is dat ze voortdurend visioenen heeft. De muren bloeden, ze bevriest langzaam en kan niet meer bewegen, endin, niet zo aangenaam.
(Ik vermoed dat Meyer de inspiratie haalde van Sneeuwwitje’s vlucht in het bos, met de griezelige bomen en ogen en alles.)
En jazeker: iedereen komt iedereen tegen, en jazeker, er is een happy end. Meer dan dat is er niet over te zeggen zonder dikke vette spoilers.
’t is een tienerboek over sprookjes en het is science fiction-light en het is leutig om lezen. En meer dan dat is er ook niet over te zeggen.