Het is een beetje dystopie, het is een beetje alternatieve geschiedenis, het is een beetje, zoals de blurb zegt, Orphan Black meets Margaret Atwood.

In onze wereld is Louise Brown de eerste IVF-baby in 1978. In de wereld van Girl One is alles hetzelfde als bij ons, behalve dat in de jaren-1970 geen IVF gepionierd is, maar wel parthenogenese.

Een groep vrouwen en een onderzoeker hebben tien dochters gekregen op een soort commune, de Homestead. Zonder dat er een vader was: hun dochters zijn gelijk jongere tweelingzussen, helemaal zoals hun moeders — of toch bijna.

We zijn nu jaren later, de meisjes zijn volwassen of bijna, en ze leven niet meer op die commune. Er is iets ergs gebeurd, jaren geleden: de Homestead is afgebrand, en daar zijn de wetenschapper en een moeder en haar kind gestorven. Het jongste kind.

Het boek begint met Josie Morrow, de Girl One van de titel, ’t is te zeggen de oudste van de tien, die haar moeder is verloren. Ze is verdwenen, en niemand weet waar naartoe. En hun huis is ook afgebrand. Josie denkt dat het dezelfde mensen zouden zijn die de Homestead hebben afgebrand, en ze heeft een vermoeden dat haar moeder de andere moeders aan het contacteren was.

Ze had in alle geval een jonge journalist gecontacteerd, en Josie contacteert hem ook. Hij is geïntrigeerd en het wordt al snel een road movie, waar ze samen van moeder naar moeder gaan en tegelijkertijd bijeenpuzzelen wat er eigenlijk gebeurd is in jaren-1970, voor, tijdens en op het einde van de Homestead.

Het episodische van die ene moeder na de andere bezoeken maakt dat het verhaal alsmaar vooruitgaat, terwijl het niet alleen in het verleden maar ook in het heden spannend blijft, met mensen die niet blijken te zijn wie iedereen dacht dat ze waren, en ook nog wat bovennatuurlijkachtige dingen erbovenop.

Ik heb het een week geleden uitgelezen. Met enige afstand, wat er blijft hangen: een degelijk boek. Geen verschrikkelijk memorabel boek. Wel iets dat een goede aanzet zou zijn voor een tv-serie.

Op Goodreads gaf ik het vier sterren, omdat ik het geen drie en een half kon geven.