De reden dat ik een nieuwe computer moest kopen, was omdat de oude computer kapot gegaan was wegens een glas water erop.

En ik voorzag al allerlei miserie omdat er vanalles gekoppeld is met een GSM-nummer bij wijze van tweefactorauthenticatie, maar ook dat er twee verschillende GSM’s zijn waarvan één een niet-smartphone en een andere een wel-smartphone, maar dat die zou vast zitten wegens drie keer verkeerde pincode. Gedoen, gezever, gedoe.

Afijn. Computer vanmorgen toegekomen — een basisbasisbasismodel HP — alle zooi ervan gesmeten die er niet hoefde op te staan, en dan later vandaag alsnog de oude computer en de smartphone kunnen in gang duwen.

Blijkt: van de verdronken is eigenlijk alleen het klavier kapot. Het blijft vasthangen op het overgrote deel van de karakters, alleen de getallen werken nog min of meer, één keer op drie. Gelukkig wisten we de PIN-code van Windows nog, en geraakte ik dus binnen. Ik heb meteen alle tientallen gigabytes aan bestanden en Outlook-PST’s naar Onedrive gecopieerd. Dan staat dat toch érgens waar het geen kwaad kan dat de computer zelf om zeep zou gaan.

En de telefoon? Ja, geen idee. Ik startte hem op, gaf de pincode in, dat bleek te werken. Gaf dan de code in om de computer open te doen, en dat werkte ook. Dus daar is de crisis bezworen.

Morgen ga ik langs gaan met een extern klavier en zien of ik een aantal wachtwoorden kan resetten. En dan in een wachtwoordbeheerder steken.

Zucht.

Het is wat, werken met een computer, als er hier en daar (maar niet overal) van uitgegaan wordt dat iedereen een mentaal model heeft waarin het onderscheid tussen een provider, een dienst, een server, een toepassing, een bestand en een protocol minstens een beetje duidelijk is. Voeg daar nog aan toe een computer die soms eens in het Frans, soms eens in het Nederlands en soms eens in het Engels spreekt: recept voor miserie.