Het rare van in een grote organisatie te werken — ik heb al veel voor grote organisaties gewerkt, maar de laatste 20 of zo jaar niet meer als werknemer — is dat er niet alleen een baas is, maar ook een baas van een baas en een baas van een baas van een baas.

Mijn hiërarchische overste is op dezelfde dag als mij begonnen op 1 augustus, dat schept een band. Dat, en wegens mijn teamleider zijn: ik zie hem zeer regelmatig. De hiërarchische overste van mijn hiërarchische overste, die is heel erg betrokken en heb ik dus ook al veel gezien en mee vergaderd. Maar de hiërarchische overste van de hiërarchische overste van mijn hiërarchische overste: die kende ik van naam, maar ik had hem nog nooit gezien, en toen ging hij op pensioen en werd het meteen nog moeilijker om hem in het echt te zien.

Vandaag is een nieuwe hiërarchische overste van de hiërarchische overste van mijn hiërarchische overste aan de slag gegaan. Ik vond dat eigenlijk wel spannend: uiteindelijk is het voor zo’n nieuwe C-level persoon soms minder ingewikkeld om een bepaalde toon zetten en accenten te plaatsen dan voor iemand die er misschien al veel langer werkt.

Afijn. ’t Was vandaag voorstelling, van de man aan ons en van ons aan de man, en ik vond dat allemaal helemaal meevallen. Ik benijd hem zijn job niet wegens allemaal niet zo evident, maar ik kijk er eigenlijk wel naar uit. Spannend.