Ik ben vandaag over de middag naar de coiffeur geweest. Meestal doe ik dat in de loop van januari ergens, denk ik, maar nu had ik geen goesting meer om te wachten.

Het is altijd hetzelfde: ik kom buiten en ik vraag mij af waarom ik er weer zo lang mee gewacht heb, en dan zijn we een week of zo later en trekt het weer op niets, en dan zijn we een maand of twee later en valt het wel mee, en als we vier of vijf maand later zijn ben ik er het meest content van, en dan is er ergens een moment dat het schaamtelijk wordt en dat ik e coiffeur blijf uitstellen.
Elk jaar is er ook minder en minder te doen, en is het rapper en rapper gedaan. ’t Is altijd dat.
