Cognitieve dissonantie, metacognitie, detached involvement — een mens kan er stapels labels op plakken. Op mijn vorig werk had Kristel paradox cards (die in de Systemic Design Toolkit zaten). Rothenberg sprak in 1971 van Janusian Thinking.

Tegelijkertijd ongelooflijk hard wakkerliggen van dingen waarvan ik denk dat ze fout lopen, maar ook zó hard los kunnen laten dat ge het niet zoudt geloven, maar tegelijkertijd eigenlijk ook niét los laten, maar tegelijkertijd toch wel.

Vechten totterdood voor iets, of toch tot duidelijk wordt dat het niets zal uithalen, en dan berusten (maar ook niet, maar toch wel, maar toch niet, maar toch wel).

Ik hoor wel eens John Lennon’s “Everything will be okay in the end. If it’s not okay, it’s not the end”, en ik vraag mij daar dan altijd bij af: wil het zeggen dat als het niet OK is, het einde nog niet bereikt is? Of wil het zeggen dat als het niet OK, het niet het einde van de wereld is?

In een teleologische lezing is het volgens sommigen bijna fatalistisch optimistisch: het is onvermijdelijk dat het goed komt, als het nu nog niet zo is, moeten we gewoon nog wat doorgaan. In een existentiële lezing is het een uitnodiging op hoop: als het nu niet goed is, wil dat nog niet zeggen dat het het einde is, het kán nog goed komen.

Ik lees er eerder in: als het niet OK is, dan is het maar zo. “It’s not the end of the world” — zonder de hoop dat het ooit nog goed komt. Het kan ook gewoon niét goedkomen, en dan is het maar zo. Het is wat het is. So it goes.



Reacties

2 reacties op “Onthechte betrokkenheid / gefrustreerde sereniteit”

  1. « oncvermijdelijk » dat is een typo maar is die « niet niet » een foutje of een dubbelen negatie? Geraak er niet aan uit.

    1. Twee keer verkeerd van mij! Ik zou het op ziekte kunnen steken, maar ’t is gewoon negligentie.