• De Cyprioten hebben ook zo’n

    De Cyprioten hebben ook zo’n madam met borsten in de aanslag, brrr.

    Niet verkeerd van kostuums en van choreografie, spijtig van het liedje en de zanger. Geev me som tyme en you mayke me feel sho alive en ook wel Oh pleesh tell me baybee you’re feeleeng de sayme.

    Eurovisie-er dan dat kan niet.

  • Hola! Nog zo’n mooi meisje

    Hola! Nog zo’n mooi meisje van de Kroaten. A welcome return of the wonderbra, weet Wogan. Ik zie het nog zo niet.

    Het heeft eerder een hoog Sheena Queen Of The Jungle-gehalte. En dat zangeresje heeft een naamplaatje op haar borst gespeld, maar het hangt helaas omgekeerd.

    Ah zo! Het waren de achtergrondmeisjes met de wonderbra.

  • Rita Guerra, Portugal. Ongetwijfeld in

    Rita Guerra, Portugal. Ongetwijfeld in het echt geen lelijk meiske, maar van daar om een kruising tussen drag queen, Skank Ho Magazine cover girl, Shakira, en Christina Aguilera te proberen doen…

    En het liedje, ach ja. Het blijft maar voortduren. Ik heb de indruk dat ik hier al een kwartaal naar aan het luisteren ben, en dat et einde niet in zicht is.

    Of wacht… could it be? Jazeker, oef ’t is gedaan.

  • Bosnië-Herzegovina. Tom Jones and the

    Bosnië-Herzegovina. Tom Jones and the makers of “Sex Bomb” could probably sue here, zegt Wogan, en gelijk heeft-ie.

    Pff. Niet overtuigd. Een plaspauze-moment.

  • De madam van Malta ziet

    De madam van Malta ziet er zuumpaatiesch uit. Het liedje overtuigd mij minder, maar wel verzachtende omstandigheden: geen afzichtelijke madam, en moog-achtige synthesizerklankjes op de achtegrond. En: I’m a sucker for 70s “1001 strings”-effectjes. Alleen spijtig van de Stock Aitken & Waterman-drums.

  • Next up: Turkije. Zoals alle

    Next up: Turkije.

    Zoals alle jaren ook weer goed, enfin, ik vind het toch goed, en Sandra vindt het ook goed. Maar! Veel belangrijker: veel schone blote buiken!

    Ugh. Neen, met en rapstukje ertussen, da’s niet naar mijn goesting.

  • Oef, ’t zal toch nog

    Oef, ’t zal toch nog in orde komen met Philippe, hij kan zijn tenen al bewegen.

  • Ierland, “We’ve got the world”.

    Ierland, “We’ve got the world”. Mickey Harte. Pfff. Eens luisteren.

    De backingzangeressen hebben in ieer geval al immens lelijke kledij aan, en het is zo’n typisch eurosongliedje, van open your heart cause we’ve got tonight. Vies. En die gast staat daar vals gitaar na te doen, bah.

  • Oostenrijk is de volgende,

    Oostenrijk is de volgende, en ze staan op de eerste plaats in de polls om al laatste te eindigen.

    YAY!!! Wonderlijk!! Prachtig!! Groots! Ik kan niet in woorden uitdrukken hoe goed ik dit vind! Het is Zappa meets Urbanus, en het krijgt mijn stem!

  • Ijsland! En ’t is al

    Ijsland! En ’t is al direkt discussie over de borsten van de zangeres: ik denk dat ze vals zijn, en Sandra niet.

    Enfin, ze zingt in ieder geval vals, daar zijn we het wel roerend over eens. Of er is minstens iets zwaar mi met de synchro tussen muziek en zang. En zoals Terry Wogan het net zei: only twenty-five more to go after this!

  • En met een welgemeend “bon

    En met een welgemeend “bon chans à tous les participains” zijn we vertrokken!

    Zou Free geen goesting hebben om af te komen?

  • Eurovisiesongfestival! Wel een schoon meisken aan de presentatie.

  • De reclamespotjes van Klara zijn

    De reclamespotjes van Klara zijn wel redelijk zeer groed. Ene Aldo Palucci, die gaat klagen omdat Chopin hem geplagieerd heeft. Ha! En dat naturel! Zo goed!

    Spijtig dat die treuze van een Chantal Pattyn op Klara zit, en dat ik dus niet naar Klara kan luisteren wegens gevaar op anafylactische shock.

    Ik kan niet benadrukken hoezeer ik een hekel heb aan Chantal “EUH!” Pattyn. Ik krijg het er zó van op mijn heupen dat ik spontaan in uitslag uitbarst als ik zelfs maar die reclame van Pay&Go hoor. Bleh. Bleh bleh bleh.

  • Eikes, nu ben ik helemaal

    Eikes, nu ben ik helemaal ongerust. Philippe is naar het hospitaal gevoerd, zijn voet was gevoelloos geworden na een examen en hij kon hem niet meer bewegen. Vies.

    En Philippe Philippe zijnde, was hij weer eens Less Than Forthcoming aan de telefoon met mijn moeder, dus dat is al helemaal om de boom in te kruipen. Gelijk in de tijd met examens: “hoe was ’t?” “oh, gewoon”. Ack!

  • Ik heb jaren geleden, op

    Ik heb jaren geleden, op één van mijn strooptochten naar de zolder, waar mijn vader elk science fiction- en fantasy-boek ooit uitgegeven had staan, twee dunnen pockets van Lord Dunsany gevonden. Leve Lord Dunsany.

    Charon 
                by Lord Dunsany

    Charon leaned forward and rowed. All things were one with his weariness.

    It was not with him a matter of years or of centuries, but of wide floods of time, and an old heaviness and a pain in the arms that had become for him part of the scheme that the gods had made and was of a piece with Eternity.

    If the gods had even sent him a contrary wind it would have divided all time in his memory into two equal slabs.

    So grey were all things always where he was that if any radiance lingered a moment among the dead, on the face of such a queen perhaps as Cleopatra, his eyes could not have perceived it.

    It was strange that the dead nowadays were coming in such numbers. They were coming in thousands where they used to come in fifties. It was neither Charon’s duty nor his wont to ponder in his grey soul why these things might be. Charon leaned forward and rowed.

    Then no one came for a while. It was not unusual for the gods to send no one down from Earth for such a space. But the gods knew best.

    Then one man came alone. And the little shade sat shivering on a lonely bench and the great boat pushed off. Only one passenger; the gods knew best.

    And great and weary Charon rowed on and on beside the little, silent, shivering ghost.

    And the sound of the river was like a mighty sigh that Grief in the beginning had sighed among her sisters, and that could not die like the echoes of human sorrow failing on earthly hills, but was as old as time and the pain in Charon’s arms.

    Then the boat from the slow, grey river loomed up to the coast of Dis and the little, silent shade still shivering stepped ashore, and Charon turned the boat to go wearily back to the world. Then the little shadow spoke, that had been a man.

    “I am the last,” he said.

    No one had ever made Charon smile before, no one before had ever made him weep.