Doe de test: zoek in een willekeurige krant, liefst nog een aanhalingsteken kwaliteitskrant aanhalingsteken, een artikel over een onderwerp waar u iets over weet. Het mag hematologie zijn, of ransuilen, of Wikipedia of Javaans schaduwpoppenspel of de binnenlandse politiek van Brazilië of zonnepanelen: bijna gegarandeerd dat er fouten in staan.
Soms wel eens verschoonbaar, maar vaak zo belachelijk verkeerd dat het wraakroepend is.
Ene Tom Heremans (het internet leert me dat hij al jaren vindt dat vrouwen geen gevoel voor humor hebben, en dat hij bij De Standaard liever Missen Belgian Beauty als stagiaires zou hebben dan de pokdalige pol&soc’ers die nu op basis van hun algemene kennis aanvaard worden), schrijvelde meer dan 2500 woorden bijeen over een onderwerp waar hij duidelijk helemaal in thuis is: vrouwenblogs.
In pluralis majestatis, met sweeping statements in de zin van “als er mannelijke bloggers bestaan die over hun diepste zielenroerselen bloggen, dan hebben wij ze toch niet gevonden” of “Hoe moeilijk onze bloggende vrouwen het ook hebben, er is vaak niet veel nodig om ze een beetje op te monteren”. ’t Is allemaal geschreven in een soort poging tot polemiek oproepen en/of grappig zijn, vermoed ik, en ik ging bijna iets zeggen in de zin van don’t quit your day job, maar hey: misschien is hier een you may want to consider a career alternative wél op zijn plaats.
Want ik heb geen enkele moeite met lachwekkende veralgemeningen (lachwekkend in de zin van “belachelijk”, voor de duidelijkheid, niet in de zin van “grappig”), wie doet dat niét eens graag? En ik heb er ook geen probleem mee dat hij mensen blijkbaar probeert belachelijk te maken door uit de context gerukte stukken van hun weblogs te posten.
En akkoord, ik heb er iets meer een probleem mee dat hij lijkt te vergeten dat achter “het geval A-Woman” of “de veertigjarige Disfunctionele Huisvrouw” ook echte mensen zitten, maar bon, ook daar: meneer Heremans’ goed recht.
Over smaken en kleuren kan gediscussieerd worden, wellicht zijn er mensen die het wél een degelijk artikel vol interessante inzichten vinden. Maar het is Heremans’ goed recht niet, vind ik, om mensen verkeerd te citeren. Ik besef wel dat het voor een druk overwerkte journalist die een heel artikel bij elkaar knip-en-plakt errug moeilijk moet zijn om de juiste bron bij het juiste citaat te houden, vooral met al dat neerbuigend badinerend monkellachen ondertussen, maar hij had toch iéts meer zijn best mogen doen.
Als hij over “ene Josie in Josies Diary” schrijft dat ze “kribbig reageert op macho’s in het verkeer”, dan vind ik het maar normaal dat hij ook Josie zou citeren en niet Ann. Als hij over Josie wil schrijven dat ze zegt “Mijne sjoe komt morgen niet naar de activiteit van het werk. Boehoe”, dan wil ik graag weten waar hij dat citaat gehaald heeft. Idemdito bijvoorbeeld voor “Ik zie enorm op tegen de kou en het donker van de winter, maar leuke kleren en schoenen laten me er dan toch een heel klein beetje naar uitkijken ook”.
Ik wéét dat zij het niet is die dat geschreven heeft, en dat Tom Heremans dus minstens de verkeerde persoon woorden in de mond legt. En ik kan, op dat eerste na, geen enkel citaat dat in Josie’s mond gelegd werd, terugvinden via Google. Een zin als “soms wil ik dan een obsceen gebaar maken” bijvoorbeeld: komt volgens Google maar één keer voor op het hele internet — in Heremans’ tekst.
Geen énkel citaat in die hele tekst is van Josie zelf. Zal ik er dan maar van uitgaan dat het deontologisch zo geen erg probleem meer is om zomaar wat uit te vinden en het dan in de krant te pleuren?
Of mogen we ons alsnog aan een correctie verwachten in De Standaard? Het gedrukte exemplaar is de deur al uit natuurlijk, maar on-line heeft het voordeel dat het op elk ogenblik nog kan gewijzigd worden.
Wat denkt u, meneer Heremans? Een correctie en uw verontschuldigingen aan Josie?