Ooooh slecht nieuws van het revalidatiefront: daarnet proberen rechtzitten (draaien, ai!, harnas aan, oei!, draaien, harnas vast, ugh!, draaien, benen uit bed, gniiiiiiii, opduwen en -trekken met handen) op de rand van het bed, en ’t is niet gelukt.
Ik had zodanig veel pijn dat het niet langer dan een paar seconden uit te houden was.
Ik kan niet zeggen dat ik daar onmiddellijk heel erg opgeogen door werd, als ik mij even van een understatement mag bedienen.
De mannen van de revalidatie zeiden dat het zeker niet normaal was en dat ik het zeker nog eens moest vragen aan de neurochirurg.
Ik vroeg of het nuttig was om later vandaag nog eens te proberen–dat bleek niet zo te zijn. Ik vroeg of ik op mezelf iets kon doen van oefeningen–ook niet.
Hersedoense morgen dus.
Achteraf had ik er eigenlijk beter op gelet of ik op dat ogenblik zelfstandig recht zat, of of ik in elkaar gezakt zonder controle over mijn onderrug zat. Niet aan gedacht.