Ik ben, heel erg letterlijk, misselijk van de pijn, maar: ’t is de moeite geweest.
Daarnet voor de allerlaatste keer naar mijn werk geweest, om de dozen op te halen met personal effects, de kapotte LCD-monitor, en de oude sofa.
Ik heb de dozen, die ik eergisteren al eens dichtgeplakt had, opnieuw dichtgeplakt (ze stonden vreemd genoeg weer open), en we (mijn vader en mijn broer eigenlijk) hebben alles in een kammenedde gezwierd en te onzent afgezet.
De monitor ga ik misschien aan de linuxserver hangen, die heeft geen kleuren nodig en kan met strepen door het beeld leven—en als hij niet meer aan de praat te krijgen is, dan steek ik er een mooie foto in. De sofa is, met veel trekken en duwen en de ladder van Michel in de living gehesen, de dozen staan in de gang te wachten op uitpakken.
Wat de dag helemaal gemaakt heeft: er zat een koppel kruisspinnen te paren tegen de muur:
Enfin, foto’s gepakt, en dan in de zetel gaan kreperen van de pijn.
Een beetje later is Maija uit Finland afgekomen, en is Sandra ermee naar Brussel gaan feesten.
En toen de pijnstillers begonnen te werken en ik weer ging kijken naar de spinnen, bleek dat het mannetje al opgevreten was. Oh well.