We waren vandaag bij mijn ouders.
Het is wreed wat een paar jaar verschil doet met uw manier van naar de dingen te kijken: toen ik klein was, leefden we zo ongeveer halftijds bij mijn grootouders, aan de andere kant van de tuin.
Het huis leek ongelooflijk groot en de tuin leek een kilometer diep. Maar uiteindelijk, na er een hele tijd niet meer geweest te zijn — het huis was verhuurd, de huurder heeft het trouwens grondig verdesteleweerd — ben ik er de laatste tijd weer wat langsgegaan.
De kleine dingen die er vroeger waren, zijn er nog altijd: de scherpe stukjes metaal onder de pompbak in de keuken, het geluid van de veren in de trektrap naar de zolder, het geluid van de keukenkasten.
Maar de tuin is een voorschoot geworden, de eetplaats krap, de deur naar de badkamer op het eerste bleek maar een halve deur te zijn.
Aan één kant van de rotonde stond vroeger — héél vroeger — een reuzengrote schommel. De plaats waar die stond, daar is nu nog net plaats voor een klein schommeltje.
Alleen boom waar we altijd in klommen, die is op ware grootte gebleven:
Vreemd genoeg, en ik heb geen idee hoe dat kan, lijkt het wel alsof de hele boom een paar graden in klokwijzerszin gedraaid is, helemaal onderaan.
…en aan de andere kant: vroeger leek ons eigen huis zo enorm klein, en onze eigen tuin minuskuul. Nu lijkt het op sommige foto’s alsof het een paleis is.
Weird.
Reacties
2 reacties op “Perspectief”
Niet direct een goed idee, Michel: relatieve rijkdom te etaleren. Mensen lopen weg van de symbiose van relatieve rijkdom en meningen.
Wat een gemeen commentaar, eigenlijk.