Ha, het geheugen is een raar ding.
Ik ontdek graag nieuwe muziek en nieuwe dingen, daar niet van, maar er is zo enorm veel goede oude muziek, en eigenlijk ook zoveel goede muziek die ik al ken en waar ik enorm van kan genieten om ze opnieuw te horen, dat er gewoon te weinig tijd is om nieuwe dingen te ontdekken.
De laatste paar dagen (weken?) leg ik tijdens het lezen ofwel random het volledige werk van Tom Waits op ofwel random het volledige werk van Steely Dan, ofwel het volledige werk van The Alan Parsons Project EN DAT IK GEEN GEGRINNIK WIL HOREN.
Dat is muziek die bijna in mijn genen zit, zo dat ik ze ken. En dat ik er van blijf genieten om nu eens oppervlakkig, dan eens aandachtig te luisteren. Nu eens naar de tekst, dan eens naar één instrument, dan weer enkel naar ritme of naar melodie.
En dan kom ik dus om de zoveel tijd langs de Fall of the House of Usher-suite op Tales of Mystery and Imagination — één van die albums die ik in alle mogelijke media al gekocht heb. Op cassette gezet heb van zodra ik de plaat kon uitlenen uit de bibliotheek, daarna op LP gekocht, en daarna op CD — het was zelfs, samen met twee andere, mijn allereerste CD-aankoop — en daarna ook nog eens digitaal gekocht.
…maar dus ondanks dat alles, en dat ik die plaat en dat nummer ondertussen al honderden keren moet gehoord hebben, blijf ik bij dat ene stuk muziek verwachten dat het zal haperen.
Net zoals de plaat van de bibliotheek haperde en een kleine minuut aan een stuk een paar seconden keer op keer op keer bleef herhalen, en dat ik het niet gemerkt had toen ik ze opnam op cassette, en dat ik die cassette jaren zo beluisterd heb. Het moet vijfentwintig jaar geleden zijn dat ik die haperende cassette nog gehoord heb. En toch.
Het geheugen is een raar ding.