Zozo, twee dagen Rusland, en we waren er nog geen én tegengekomen: een wachtrij gelijk in de tijd van de sovjets.
De schuldige was de mevrouw aan de Costa Coffee-stand in Pulkovo, de luchthaven van Sint-Petersburg. Wij gingen ontbijten (muffin voor mij, koffie met croissant met kaas en een zak chips voor de reisgenoot), en de dame achter de toog had er nog niet écht vreselijk veel zin in. Elke handeling ging ter-gend traag.
Schoteltje nemen, schuifel, schuifel, naar de toog. Schuifel, schuifel terug. Kopje nemen. Schuifel, schuifel. Naar toog. Terug naar achter. Lepeltje. Terug naar toog. Naar koffiemachine. Naar koffiedispenser. Terug naar machine. Terug naar toog. Kopje pakken. Naar machine. Naar toog. Naar kassa. Naar toog. Croissant pakken. Naar toog. Naar micogolf. Terug naar koffiemachine. Naar microgolfoven. Micorogolfoven aan. Terug naar toog. Naar koffiemachine. Naar toog. Muffin pakken. Schuifel, schuifel, schuifel.
Met even vastberaden maar trage bewegingen als een drietenige luiaard. Een drietenige luiard in de vorm van een mooi meisje, daar niet van, maar toch.
En dan rommelen in de achterkeuken, om geen aantoonbare reden. En terug naar de toog. En ondertussen een rij tot vele meters ver.