Als er wereldkampioenschappen waren voor nachtmerries, als bizarre dromen een olympische discipline waren, dan had ik een huis vol gouden medailles.
Er zijn nachten dat ik twee, drie uur aan een stuk om de zoveel tijd wakker word, en ‘t was vannacht niet anders. Gaan slapen op een relatief normaal uur, een paar pagina’s gelezen in Lost to the West, en dan in niet-echt-slaap gesukkeld.
Ik droomde dat ik op straat liep, thuis in de badkamer stond, aan het koken was, en dat ik omver viel. Ik droomde dat ik niet meer kon bewegen. Ik droomde dat er slangen uit mijn ogen kwamen.
Maar vooral: ik droomde dat ik aan het overgeven was, voortdurend, overal, in dozijnen omstandigheden.
Vermoeiend jong. Vermoeiend.
Reacties
Eén reactie op “Pavor”
Ik droomde onlangs dat ik een opleiding volgde om te leren aardappelen planten.
Lang geleden dat ik zo verward was bij het wakker worden.