Aan de straatkant heeft ons huis een voordeur waarachter een gang zit, en daarnaast een venster waarachter een bureau.
Ik kan er niet meteen een exacte datum op plakken, maar ik denk dat we hier zeker al meer dan tien jaar wonen.
Gisteren, bij het aan de kant zetten (OK, uitmesten) van het bureau, stond het me plots bij: zou dat raam eigenlijk nog open kunnen? Uitgetest, en nee, niet echt. Het bewoog wel een beetje, maar open gaan: niet echt.
Of, euh, wacht even. Wat zou er gebeuren als we het van buiten zouden proberen open krijgen?
…ah.
Ahem.
Een paar zaken:
- nu , in tegenstelling tot de voorbije, oh, vijf? acht? tien? jaar, kan het niet meer open
- ‘t is dus niet de moeite om ons huis te proberen leegroven vannacht of morgen
- stop met ons uit te lachen, gij daar
Dag in, dag uit. Nacht in, nacht uit. Maand in maand uit, jaar in jaar uit heeft ons raam open gestaan. Miljaar, jong.
Reacties
6 reacties op “Inbraakpreventie: wij ben de schaam van Gent”
Ah ja, ‘t zijn niet allemaal dieven hé. (Daarom komt iedereen me altijd zeggen dat ik te veel vertrouwen heb in de goedheid van de mensen)
Hi la risch!
Gedenk de nutteloze stookkosten van de voorbije tien jaar en huiver!
LOL. En de mensen maar isoleren 🙂
Hoe? Bedoel je echt ‘open open’ of open als in ‘niet op slot’?
“niet op slot”, natuurlijk. 🙂
Helemaal open, dat zouden we al lang gezien hebben!
Kleine kinderen (en een hond) zijn de beste inbraakweerders.