Dus: we trekken naar de zee, met tenten en plooistoelen en kinderen en gerief.
Ik ga met mijn stoel in het water gaan zitten: oei, vergeten dat het net nog vloed is, en al meteen tot aan mijn borstkas in het zeewater. Tot aan mijn borstkas in het zeewater, om er u zo’n beetje een beeld van te kunnen vormen, dat is met een natte lange broek, een nat hemd en een natte lange zwarte mantel.
Die mantel, ondertussen al een jaar of twee terminaal rijp voor de voddenmand, weegt droog zeker een kilo of tien: ge kunt u inbeelden wat het geeft als hij voor de helft vol zeewater zit.
Maar bon, we gaan niet klagen, we gaan stoïcijns doen alsof het allemaal de bedoeling was. Het zal wel warm zijn, is de redenering, en dan zal alles wel opdrogen, is de redenering.
Alas, peanut cheese.
In de branding gezeten van denk ik twee uur tot zeven uur of zo, maar het verhoopte resultaat — droge kledij — was er niet echt. Helemaal zompig geworden, ja. Mijn mantel moet ergens besloten hebben allerlei fysicalessen over capillariteit en watnog tot uitvoering te brengen, met als gevolg: grondig vochtig van mijn knieën tot aan mijn schouders.
Ik voelde mij weer vier jaar, alsof ik juist de hele namiddag met mijn groene badstoffen onderbroek en roodwitgestreept badstoffen t-shirt in zee had gespeeld. Mét het wak aan de zak-gevoel, maar gelukkig zonder het er toen bijhorend zand-in-het-kruis-gevoel (ménsen dat was irritant, en schuren dat dat deed als dat er met een handdoek moet vantussen gewreven worden, ge ziet van hier dat ge met uw zand door de living naar de badkamer gaat lopen!).
Maar goed, vochtig is het einde van de wereld niet, en om zeven uur begon het te regenen en kon ik de splotsj-splutsj-geluiden die uit mijn kledij kwamen min of meer camoufleren.
Thuisgekomen, andere kleren aangetrokken (beseft dat mijn andere broek ook nog klammig was van de vorige dag, beseft dat het misschien een beter idee ware geweest om die broek uit te hangen in plaats van ze in een ineengedraaide worst onder bed te leggen drogen), geaperitiefd, en een uur later op zoek getrokken naar een restaurant.
Geëindigd in een snackbar (blijkt dat het zelfs in Oostduinkerke geen goed idee is om om kwart voor acht binnen te stuiken en een plaats voor zes te vragen), eten binnengestoken, terug naar huis, met Zelie en Louis 7 Wonders gespeeld (wijs! zelfs voor onze eerste keer), en dan nu nog wat boeken lezen, denk ik.
Oh ja, en zoals de titel hierboven zegt: verbrand, jaha. Het was de hele dag koud genoeg om mijn mantel aan te houden (had er misschien ook wel mee te maken dat ik de hele dag in natte kleren zat, takkoord) en toch: mijn voorhoofd (links), de bovenkant van mijn linkerhand en de linkerkant van mijn rechterhand, mijn linkervoet en mijn linkeronderbeen zijn verbrand.
Het ziet er wat kreeftachtig uit, maar ’t valt wel nog mee. Morgen wat zonnecrème aan smeren en alles komt in orde.
Reacties
2 reacties op “Verbranden zonder het te beseffen, check”
kun je aan de redders niet vragen of je op hun stoel mag gaan zitten? Zo heb je tenminste alvast droge kleren. En een pet dragen natuurlijk, ter voorkoming van het verbranden van de voorhoofdbulten 🙂 Veel plezier nog!
Jamaarneemaar: de bedoeling is net om met mijn voeten in het water te zitten. Wat voor zin heeft het om met droge voeten aan het strand te zitten? Dan kan ik net zo goed thuis zitten met mijn voeten in de zandbak en een cassette met ruis op de achtergrond!