Voilà, plicht vervuld. Met veel goesting, in bureau 93 in Gent.
Eén incident: een meneer die iets laatdunkend zei tegen een mevrouw, en die mevrouw die daarop als een ontkende furie tekeer ging tegen die meneer. Ze werd tegengehouden door een paar buurvrouwen of vriendinnen of kennissen, en door de meneer van stembureau 92 die er eenbeetje hulpeloos bijstond. Sandra denkt dat het er zou mee te maken kunnen gehad hebben dat die mevrouw geen hoofddoek aanhad, in tegenstelling tot al de vrouwen rond haar.
Oh nee, wacht, ik lieg: twéé incidenten. Sandra was in het stemhok, ik stond helemaal klaar om mijn identiteitskaart en brief af te geven — en net dan moesten twee mensen van het stemlokaal weg om ergens anders iets op te gaan lossen. Wat er voor zorgde dat de rij van lokaal 93, die al de langste was van het hele Godshuishammeke, nog wat langer werd. Toen ik buiten kwam, stonden ze tot vér buiten het buurtcentrum Sluizeken-Tolhuis-Ham.
De stembrief voor de provincie was bijzonder handelbaar:
Die van de gemeenteraad was iets anders, ik heb hem moeten omplooien om te kunnen stemmen gedomme:
Enorm content dat het op papier was: ik moet dat niet weten, stemmen op de computer. Dat is mij te weinig tastbaar. En het geeft mij veel meer voldoening, dat ik echte bolletjes op echt papier kan inkleuren met een echt rood potlood.
Voor de goeie gestemd, natuurlijk. Voor de provincie allemaal mensen die ik persoonlijk vertrouw om goed werk te leveren. Voor de gemeenteraad hebben ze het mij in Gent wel heel gemakkelijk gemaakt: de afgelopen legislatuur heb ik het allemaal meer dan aandachtig gevolgd, en met het kartel sp.a-Groen kon ik stemmen voor zowel uitstekende mensen uit de meerderheid als mensen die uitstekend oppositie gevoerd hebben. Hoera!
Waar ik naar uitkijk deze namiddag: precies hoé slecht het Vlaams Belang het zal doen, precies hoé arrogant N-VA zal zijn, en uiteraard wat er in Gent gebeurt.
En dan nu de hele namiddag verkiezingen op televisie, ha ja: tradities zijn tradities.
Surrealistisch moment van de namiddag tot nog toe, trouwens: De Wever die Jacques Brel in het Vlaams citeert als iets in de zin van “als de klok tikt aan de muur, kom je mee, is het ja, is het nee”. Ik vermoed dat hij het had over Les Vieux:
Les vieux ne rêvent plus, leurs livres s’ensommeillent, leurs pianos sont fermés
Le petit chat est mort, le muscat du dimanche ne les fait plus chanter
Les vieux ne bougent plus leurs gestes ont trop de rides leur monde est trop petit
Du lit à la fenêtre, puis du lit au fauteuil et puis du lit au lit
Et s’ils sortent encore bras dessus bras dessous tout habillés de raide
C’est pour suivre au soleil l’enterrement d’un plus vieux, l’enterrement d’une plus laide
Et le temps d’un sanglot, oublier toute une heure la pendule d’argent
Qui ronronne au salon, qui dit oui qui dit non, et puis qui les attend
Geen flauw idee waarom hij het daar nu precies over had.