Vrijdag voel ik mij mottig, en elke keer dat ik opsta in de nacht van vrijdag op zaterdag voel ik mij slechter en slechter.
Zaterdagochtend: mijn keel zit dichtgeplakt met slijm, hoesten lukt niet, slikken ook niet. Mijn oren zitten vol vloeistof, en ik heb koud, koud, koud.
Ik lig in bed, om de twee à drie uur word ik even wakker, probeer ik iets te drinken (slikken lukt nog altijd niet), en kruip ik weer terug. ‘s Avonds is het even beter — even — maar misschien is dat omdat ik net veel pijnstilpillen gepakt heb.
De nacht van zaterdag op zondag gaat zoals de dag zaterdag: slapen, pijn, wakker, slapen, wakker. Om 4u30 ben ik wakker en geraak ik van de misselijkheid niet meer in slaap tot 7u.
En dan lukt het weer om te slapen, met ondertussen een rug die ook naar de kloten is, maar (denk ik) geen koorts meer. Wel zo misselijk als iets. Wakker gedurende een stuk Zevende Dag, een boterkoek (auw! oei! keel!) opgegeten, nog wat gedronken, en weer in bed. En dan weer vertrokken voor hetzelfde als zaterdag: half-slapen, en om de paar uur even wakker.
Bleh. Veel rugpijn hebben en niet kunnen slapen en zo, daar wordt een mens (min of meer) aan gewoon, maar als er dan een béétje andere dingen bijkomen (ik vermoed een keelontsteking-achtig iets en een oorontsteking-achtig iets), is het helemaal om zeep. Dan bouwt het allemaal naar een soort miserie, dat ik soms goesting heb om te bellen naar een hospitaal dat ze mij even een buis in mijn arm en een blaassonde steken, en mij in een kunstmatige coma brengen.
Afijn. Ik denk dat ik straks wat vlees ga proberen eten. En dat ik nu wat wakker ga proberen blijven.
Reacties
Eén reactie op “Interessant”
Hmm. Ik zeg dat ook altijd, dat het bij een mens met maar weinig overschot niet veel moet verslechteren om over de ‘tolerantiegrens’ te gaan. Een gezonde mens heeft 100% reserves en kan al eens een ziekteke verdragen, wij beginnen al maar met 50% en als onze reserve dan aangesproken moet worden gaan we daar al snel onder – en wordt het onverdraaglijk.
Ik heb heel het weekend lopen zagen over een zware verkoudheid, iets wat ik vroeger met de smile zou verwerkt hebben maar wat me nu heel hard impacteert. Door dat beetje ziekte kan ik niet goed slapen, waardoor ik niet goed kan ontspannen, waardoor ik niet goed kan stappen, en zo gaat dat maar verder in een keten van miserie. En ik mag er niet over klagen thuis dus doe ik het hier maar 🙂
One day at a time, right?