Zucht.
Vandaag was er een uitstekend, uitstekend voorgerecht:
Even gegrilde rode poon, met toefjes coulis van paprika en coulis van waterkers, op gegrilde groene asperges, met parmezaanschilfers.
Het hoofdgerecht was eenvoudig, enorm lekker, en het zag er fantastisch uit:
Een rollade van Mechelse koekoek (opengesneden filet, slievers geblancheerde wortel erin, geblancheerde boontjes, opgerold, gestoomd, en dan aangebakken. Met oesterzwamsaus en geconfijte aardappel.
En dan was er dessert, een exotische tiramisu. Ik heb al stapels tiramisu gemaakt, zo moeilijk is dat allemaal niet. Het enige verschil met een klassieke tiramisu is dat er mangopuree bij komt, en ik vermoed om dat extra vocht in het ei/mascarponemengsel te compenseren, wat extra gelatine opgelost in Safari.
Sandra had al getempereerde chocolade gemaakt, ik had mangogel gemaakt en in een knijpfles gestoken, Sandra had eiwit geklopt, ik eigeel tot ruban, mascarpone er onder gemengd, eiwit eronder gespateld, mango erbij gedaan — en dan moest er nog die gelatine bij: zes blaadjes, geweekt in water en opgelost in 2 cl Safari.
Ik had er al direkt geen goed oog in: het zag er gewoon te liquide uit. Ik weet niet exact wat er gebeurd is, maar we waren met drie aan het dessert bezig, en de mens die de gelatine deed, had mogelijks drie blaadjes in 1 dl opgelost. Of iets in die zin: wat een opstijvende massa had moeten geweest zijn, was een slappe drets.
Kak, kak, kak, kak.