Zo een raar boek. Objectief gezien, als ik er over nadenk, is het hoofdpersonage, Kvothe, arrogant en meer dan een beetje Mary Sue-achtig — denk Wesley Crusher maar dan nóg perfecter en nóg beter in alles. En gebeurt er niet zo enorm veel, en is het allemaal nogal clichématig.
Maar toch graag gelezen, en toch meteen naar het tweede deel overgegaan.
De kern van de zaak, zoals bij Song of Ice and Fire, is dat de verteller onbetrouwbaar is. In dit geval dubbel onbetrouwbaar: hij zegt het zelf, en hij heeft allerlei motieven om te liegen. Vroeger was hij een soort superman, maar er is ergens iets totaal verkeerd gegaan, en nu is hij alleen nog maar de eigenaar van een herberg, die zo rustig mogelijke wacht op zijn dood.
Maar er zijn dingen niet pluis: een soort stenen spinnen uit ver weg, en dan komt er een verhalenoptekenaar, en vertelt Kvothe zijn leven.
Allemaal mysteries, en we komen bijna niets te weten in de loop van het boek, behalve wat Kvothe over zichzelf vertelt (en miljaar, hoe graag vertelt hij over zichzelf!).
Here’s to hoping dat het vervolg het allemaal wat duidelijker maakt.
Reacties
Eén reactie op “Gelezen: The Name of the Wind”
Ik vond het vervolg minder goed. Eerste boek vond ik zalig, tweede had ik goesting om hele delen over te slaan.