Bleeeuuuurrghhhh onbegonnen werk:
Ik heb zodanig veel boeken gelezen dat het eerder het feit is dat ik boeken lees, dat mijn leven veranderd heeft — niet de individuele boeken zelf.
Maar als ik er toch vijf zou moeten oplijsten, in min of meer chronologische volgorde:
ca. 1977 — Wiplala, Annie M.G. Schmidt. Over Wiplala die niet goed meer kan tinkelen, en over een poes die Vlieg heet (geen vlieg die Poes heet), en Johannes Blom, en allemaal dingen die ik niet begreep toen ik het las. Het is wel episch in mijn herinnering, en voor zover ik me kan herinneren: het eerste lange boek dat ik las, op denk ik het einde van het eerste leerjaar, of het begin van het tweede leerjaar. Gateway drug voor al wat volgde, dus.
ca. 1979 — De la terre à la lune, Jules Verne. Omdat ik altijd strips en science fiction en fantasy las toen ik op de lagere school zat, en dat mijn vader zei dat ik eigenlijk ook eens andere boeken zou moeten lezen. En dan bleek dat ik dat eigenlijk wel zeer wijs vond, en dat ik dan maar alle andere boeken van Jules Verne uit onze bibliotheek heb gelezen. (Al is het natuurlijk vals spelen, Jules Verne is niet écht literatuur, toch?) Het was niet de uitgave die hierboven staat, maar voor zover ik me herinner, was het een blauwe versie, ook negentiende-eeuws. Behalve dat was Jules Verne ook zowat het eerste dat ik in het Frans las: de hele reeks Bob Morane volgde, en dan John Carter en Tarzan in het Frans, en dan nog honderden en honderden en honderden van de boeken in onze bibliotheek thuis: een eindeloze zee boeken en nog eens boeken.
1980-1986 — La grande anthologie de la science-fiction, diverse auteurs. Met de regelmaat van de klok kwam er een nieuw boek uit, dat ik van voor naar achter en van achter naar voor las: ik denk dat ik ergens midden de jaren 1980 honderden kortverhalen kon navertellen. In Franse vertaling weliswaar: ik ben eigenlijk pas vooral in het Engels beginnen lezen toen ik vijftien of zo was. En dan heb ik meteen mijn schade meer dan grondig ingehaald. Ik denk niet dat ik overdrijf als ik zeg dat ik tussen 1980 en 2000 honderden en honderden science fiction en fantasyboeken gelezen heb.
1988 — Gödel, Escher, Bach, Douglas Hofstadter. Gelezen toen ik zeventien was, en zo hard kapotgelezen dat ik de paperback heb laten herinbinden tot hardcover. Zeer veel over nagedacht, en zeer veel plezier aan beleefd, ook. En sinds ongeveer dan zeer veel non-fictie beginnen lezen. Te beginnen met de verzamelde werken van Stephen Jay Gould, en stapels geschiedenis en biografieën, en Hans Delbrück en militaire geschiedenis, en dingen over taal en over vanalles en nog wat. En toen had ik zeer snel door dat ik nooit genoeg tijd zou hebben om zelfs maar een minuscule fractie van de dingen die ik zou willen lezen, ook echt te lezen. Aaargh.
2003 — Rapid Development, Steve McConnell. Dat gevoel van “oh nee, als ik dit boek een jaar of vijf eerder had gelezen, zou ik niet in de problemen zitten waar ik nu in zit”? Wel, dat in het meer dan kwadraat. Er zijn voordelen aan de Universiteit Van Het Leven om dingen te leren, maar miljaar wat zou mijn leven beter geweest zijn als ik dit had gelezen toen het in 1996 uit kwam, en ik er nog iets zou aan gehad hebben op mijn toenmalige werk.
Het heeft de rest van mijn leven wel veranderd, onder meer in die zin dat het mij helemaal duidelijk maakte dat we toen op het werk reddeloos verkeerd bezig waren. En dan bedoel ik wel degelijk reddeloos verkeerd bezig, te weten dat het niet meer te redden was.
Reacties
4 reacties op “Vijf boeken”
De max, wel nog geen enkele gelezen. 😉 Ik moet me toch eens zetten aan een goede Jules Verne, geloof ik.
Die Gödel, Escher, Bach ga ik precies echt wel eens voorrang moeten geven. De laatste tijd kom ik schijnbaar overal mensen tegen die hem ofwel gelezen hebben ofwel aan het lezen zijn, maar hem allemaal aanraden.
Waarom beperk je je tot 5 boeken als je er duizenden hebt gelezen? 🙂
Ah, de opdracht zegt “vijf boeken” hé. 🙂