Wij doen niet lastig over liegende kinderen. Het is zeer duidelijk: liegen kán niet. Als we niet kunnen vertrouwen op wat ze zeggen, dan zitten we met een pobleem dat gegarandeerd veel erger is dan wat er achter welke leugen dan ook zit.

Maar dan zijn er pleegkinders, en is er eentje die echt voortdurend liegt. Over het kleinste en het grootste. Zoals net voor het naar bed gaan:

  • Jongens, tanden poetsen!
  • (twintig seconden later, A maakt aanstalten om naar boven te gaan) A, hebt gij uw tanden gepoetst?
  • Ja ik heb dat gedaan. (tandenborstel ligt onaangeroerd op de rand van het bad, met een klodder tandpasta er nog op)
  • Echt waar?
  • Ik heb dat gedaan.
  • Komaan A, uw tandborstel ligt daar en hij is nog niet eens gebruikt!
  • Ma… ma… ma… maar ik wist niet dat…
  • Allez ju A, poetst uw tanden.
  • Maar ik heb dat al gedaan.
  • Nu net?
  • Ja.
  • Echt waar?
  • Ja.
  • A, als ik aan Z zou vragen of hij uw tanden hebt gepoetst, wat gaat zij dan zeggen?
  • Nee…
  • A, heb jij uw tandjes gepoetst?
  • Ik weet dat niet.
  • Je weet dat wel. Komaan, poets uw tanden.
  • Ik heb dat al gedaan.
  • Doe het dan nog maar eens.

Of vanmorgen, Z moest een knuffel meenemen naar school omdat ze iets gingen doen met hostpitalen:

  • Maar ik moet ook mijn knuffel meenemen naar school.
  • Is dat echt waar A? Heeft de juf dat gezegd?
  • Ja ik moet mijn konijn meenemen naar school.
  • Echt waar?
  • Serieus A, écht waar? Moet jij écht een kuffel meenemen naar school vandaag?
  • Ik weet dat niet.
  • Jamaar, moet je een knuffel meenemen of zou je gráág eenknuffel meenemen?
  • Ik moét een knuffel meenemen van de juf.
  • (zucht) En als ik straks aan de juf vraag of jij een knuffel moét meenemen, wat zal de juf dan zeggen?
  • Als ik het vraag aan de juf, zal zijn dan zeggen “A moest vandaag een knuffel meenemen”?
  • Ik weet het niet.
  • Normaal gezien geeft de juf dan toch een briefje mee? Heb jij een briefje gekregen van de juf?
  • Ja…
  • Waar is dat briefje dan?
  • Ik weet het niet.
  • Zat dat in jouw boekentas?
  • Ik heb dat morgen gegeven. (A blijft consequent ‘morgen’ zeggen voor ‘gsteren’, trr)
  • Heb jij dat gisteren aan mij gegeven?
  • Ja…
  • Ik heb gisteren geen briefje gekregen, en ook geen briefje gezien. Ben je er écht zeker van?
  • Ik weet het niet.

Nagevraagd op school trouwens, en neen, natuurlijk moesten er geen knuffels meegenomen worden.

Miljaarrrrr is het moeilijk omgaan met kinderen waar het bij zowat alles enorm moeilijk te achterhalen is of het waar is of niet.  En ik weet het ook wel, kinderen van vier zitten anders in elkaar dan oudere kinderen, maar zo transparante domme leugens? Een boterham die zogezegd al op is terwijl hij nog op tafel ligt, handschoenen die de juf naar huis zou meegenomen hebben, “ik heb al pipi gedaan” terwijl dat manifest niet zo is, “ik lust geen tomaten” tot er handenvol tomatenblokjes bij de zalm zitten, Sandra heeft gezegd dat dat mag terwijl ze dat manifest niet heeft gedaan… aargh.

Consequent blijven zeggen dat het niet mag, de zaken niet dramatiseren, consequent blijven zeggen dat het niet mag, de zaken niet dramatiseren. Ik weet het, ja. Maar het mag tussen dit en een aantal maanden toch beginnen stoppen, dat voortdurende liegen.



Reacties

6 reacties op “Een opvoedkundig probleem”

  1. Misschien moesten de kinderen liegen in het verleden om straf te ontlopen of werden ze gestraft als ze niet bevestigend antwoordden op een vraag?

  2. Ik durf het bijna niet te zeggen, maar is er geen taal- of IQ-probleem? Uit de conversatie lijkt het alsof ze echt niet weten waarover het gaat.

  3. Neuh, ’t is gewoon willens en wetens liegen. 😐

    Enfin ja, ‘liegen’. Niet de waarheid vertellen. Niet beseffen dat dat belangrijk is. Iets in die zin.

    Er zijn echt wel moeilijke constructies in de conversaties: “als ik zou vragen aan X, wat zou X dan zeggen” bijvoorbeeld, dat is helemaal klaar, want dán komt meestal de waarheid er uit.

  4. In het geval dat het liegen enorm duidelijk is, en dat lijkt me hier zo te zijn, zou ik heel duidelijk zeggen dat dat niet kan (zoals je doet) en voor de rest gewoon eisen dat ze zich gedragen volgens hoe het moet.

    Het is moeilijker, en ik spreek helaas uit ervaring, als je kind MISSCHIEN liegt, en je nauwelijks kan achterhalen of het liegt of niet. Dat is zo moeilijk omdat je eigenlijk niet verder kan zonder te weten of er gelogen is of niet. Er zijn momenten geweest waarop ik twintig minuten lang op mijn zoon inpraatte omdat ik vermoedde dat hij loog, maar ik kon het niet bewijzen. Wat nog het meest leek te helpen, was eisen dat hij in mijn ogen keek zonder zijn blik af te wenden, en hem het hele verhaal te laten vertellen. Heel lastige momenten. Hij is nu bijna 5 jaar en ik heb eindelijk het gevoel dat hij begint te begrijpen dat liegen niet ok is omwille van morele redenen. Vroeger snapte hij dat gewoon niet volgens mij, hij dacht enkel aan zijn eigen voordeel. Die momenten waarop ik hem met handen en voeten probeerde uit te leggen waarom liegen niet ok was, ben ik me nog nooit zo bewust geweest van wat opvoeden vaak is: een geweten schoppen. 🙂 (Gek: mijjn dochter liegt nooit. Gewoon nooit. Ze kan het niet en ze lijkt geboren met dat geweten. Kan dat?)

    Wat jij nu moet doen, is misschien ook iets recht proberen zetten wat tijd heeft gehad om wat scheef te groeien. Dat is nóg moeilijker. Ik hoop dat het binnenkort zal lonen.

  5. Heb je die app dan nog niet waarmee je kan zien of kinderen liegen? Die werkte bij ons heel goed 🙂

    Volgens mij is het gewoon de leeftijd. Bij mijn kleuters had ik soms het gevoel dat ze dachten dat ze door iets te ontkennen konden ongedaan maken dat iets gebeurd was. Stond de naam van mijn kleuterdochter in balpen geblokletterd op ons lichtbeige salon.. ze was het echt en heel zeker niet geweest! (Ze was al heel de week haar naam aan ’t oefenen en haar broertje kon nog niet schrijven :-)).
    Intussen toch twee eerlijke kinderen hier. Onverwacht waardering tonen wanneer ze de waarheid vertellen over iets banaal, saar verschieten ze misschien van?

  6. Mijn dochter van 4 liegt ook regelmatig. Soms over onbenullige dingen, soms de gekste fantasieën die ze op den duur zelf begint te geloven. Ze geeft zonder verpinken de kleinste details mee als ik doorvraag als een inspecteur. “Ik heb je gefopt” zegt ze als ik haar met leugens confronteer. Nu negeer ik het meestal. Een fase die wel overwaait…