’t Zal zo ongeveer gedaan zijn met groeien in den hof, denk ik. Het gras achteraan links heeft nooit veel gedaan en de echinacea heeft anderhalve bloem gegeven en vooral veel opgerolde bladeren (ik vermoed de één of andere bacterie, grr) — maar behalve dat ben ik redelijk content met de stand van zaken:

De kruiptijm kruipt, dat is het belangrijkste. Volgend jaar zie ik het goed komen. De kuiden links, dat komt ook wel goed. De dingen aan de rechterkant in het algemeen, daar heb ik geen idee van. Het is allemaal wel uitgegroeid, maar zeer benieuwd wat het zal geven. Rechtsachteraan ziet het er allemaal zeer eenjarig uit, maar bon, we zien wel.

Het onkruid, dat zal een strijd blijven, vrees ik. Van al de vuiligheid die er stond vóór de nieuwe grond gestort werd, zijn er maar twee blaadjes winde en een blaadje zevenblad bovengekomen (alledrie afgenepen van zodra ik ze zag, dus niet meer dan één dag boven de grond geweest). Hopelijk blijft het daarbij.

Voor de rest is het grootste gevaar deze kerel:

Klaverzuring. Ziet er onschuldig uit, en op het eerste zicht lijkt het op gewone klaver, maar helaas. Kijk, zo ziet klaver er in mijn hof uit — een simpel dingetje dat op een stengeltje naar boven groeit met een klein beetje wortels eraan:

…de klaverzuring is een heel andere klasse, met een enorm diepe wortel en van zodra ge er verkeerd naar kijkt: uitlopers die hun eigen wortels krijgen, en die dan op den duur een enorme mat vormen die ge zonder vlammenwerper en Roundup niet wegkrijgt.

Met de rest van het onkruid lukt het voorlopig wel. Een paar weken geleden was ik met elk klein beetje groen dat boven de grond kwam bezig, maar tegenwoordig laat ik het staan tot het groot genoeg is om zonder prutsen uit de grond te krijgen, en met een vork lukt dat altijd perfect:

Wel een paar dingen.

Ten eerste: vandaag voor het eerst een pijltje kattenstaart gezien. Niet logisch, want dat groeit normaal gezien alleen op arme grond, en als er één ding is dat onze grond niét is, dan is het wel arm. Het was maar een klein stukje, en ik dénk dat ik het helemaal uitgegraven heb, maar toch: in ’t oog te houden.

Ten tweede: mos. Mos. Serieus: mos.

Kijk, dit is de grond van zéér dichtbij gezien aan de ene kant van den hof die in de zon komt (links) en de grond van even hard dichtbij gezien aan de andere kant, die nooit zon ziet:

O-ve-ral mos. En waar er geen mos is, is er levermos. Het was begonnen met een paar kleine stukjes op de begonia, maar nu staat het overal.

Ik ben in dubio: ik vind het mos enorm mooi, maar ik ben bang dat vooral dat levermos dingen zou kunnen riskeren overgroeien. In het oog te houden dus.