Ik had vandaag een meeting met mensen. Een meeting in het écht, bedoel ik dan. Niet via de interwebs. Toen ik er op weg naartoe was, bedacht ik dat het al lang geleden was dat ik nog eens een niet-virtuele meeting in professionele context had.
Meer specifiek: op maandag 4 april 2022 heb ik meegedaan een workhop met Refu Interim. Op woensdag 13 oktober 2021 heb ik met mijn fijne collega Benjamin een observatie gedaan in het controlecentrum van Eurocontrol.
En daarvoor was het al geleden van donderdag 12 maart 2020, waar ik om 6u de trein naar Brussel nam en dan de shuttlebus om van een paar minuten na acht tot kwart na vier te werken, en dan de shuttlebus en dan de trein om tegen twintig na zes weer thuis te zijn.
Drie meetings met levende mensen op meer dan twee jaar tijd. En toch meer productief geweest dan denk ik ooit.
Maar kijk: vandaag dus een echte meeting met echte mensen. Het deed niet eens écht raar. (Misschien dat het grote plastieken scherm tussen ons daar iets aan deed. Wellicht niet.)
Gemakkelijker om lichaamstaal te lezen? Ongetwijfeld. Maar veel van mijn online meetings zijn zelfs zonder camera, en dan lukt het ook om ‘lichaamstaal’ te lezen. Net zoals het ook lukt om signalen op te vangen als het over enkel geschreven communicatie gaat. Wat moeilijker, wat meer moeite doen om te verduidelijken, wat meer goeie wil om er van uit te gaan dat niemand het slecht bedoelt, maar wel mogelijk.
Zodus. Een meeting in het echt. En het was eigenlijk wel een fijne meeting, eigenlijk.