Behalve Stranger Things seizoen 4 deel 1 (ergens tussen 5/10 en 6/10) en het meer dan uitstekende Prehistoric Planet (11/10) heb ik recent ook nog gezien:

Outer Range. Het is koboïs zonder idianen, en het is ook wel wat science fiction. Een minuscuul klein beetje in de zin van Stranger Things, een iets minder klein beetje in de zin van Dark, dat ook al zo’n uitstekende serie was met veel realisme en eigenlijk maar incidenteel sciencefictionelementen.

Veel meer zeggen zou niet goed zijn, denk ik. Het is wel uitstekend, met bijzonder fijne acteerprestaties van onder meer Josh Brolin. En ik kijk uit naar het vervolg, wegens geëindigd op een beetje van een cliffhanger.

The Lincoln Lawyer. Tgoja. Een advocatenserie zoals er wel meer advocatenseries zijn, maar dan wel met sympathieke mensen en degelijk gemaakt. The Lincolnadvocaat uit de titel heet zo omdat hij zijn praktijk vanuit een reeks Lincoln-automobielen voert. Er was eerst een film, er is nu een serie. De serie is aangenaam om naar te kijken. Niet om van omver geblazen te zijn, maar wel aangenaam.

Descendants of the Sun. ‘Korea’ en ‘oorlog’ waren de tags die er in mijn opvolgsysteem aan hingen, en dat is het dus. K-drama, over mensen in oorlogen. VN-troepen, heb ik de indruk, want zo enorm veel echte oorlogen doet Zuid-Korea niet op zijn eentje. Kang Mo-Yeon is een spoedgevallenarts. Ze komt Yoo Shi-Jin tegen en de vonken spatten er af, maar als ze hoort dat hij in de Special Forces zit, vraagt ze zich af of ze wel een toekomst zouden kunnen hebben.

En dan wordt Shi-Jin naar Uruk gestuurd, een vaag Grieksachtig Europees land waar een burgeroorlog aan de gang is. En –ding ding!– Mo-Yean gaat ook naar daar, als vrijwilligster-arts. Het onvermijdelijke gebeurt, uiteraard. Spanning en avontuur, lichte humor, en verder eigenlijk wel sympathieke mensen die op een redelijk realistische manier met elkaar interageren.

Ik vond het geen serie die ik zou herbekijken of eigenlijk zelfs aanraden. Absoluut niet slécht hé, maar net niet serieus genoeg, net niet humoristisch genoeg, te middle of the road. Vind ik. Anderen vinden het ongelooflijk fantastisch goed en van het beste dat ooit uit Korea is gekomen, ik zeg het maar.