Ik zat gisteren op het werk te werken, ik wou een vraag stellen aan een collega, en ik verreed mijn bureaustoel op wielen een meter of zo om mijn collega niet vanachter zijn monitors aan te moeten spreken.
En dan besefte ik het plots: dit is waar ik van droomde, toen ik zes of zeven jaar was: werken aan de universiteit, en een stoel hebben op wieltjes waar ik overal mee naartoe kan rijden op de verdieping.
Het zijn bij de allerbeste herinneringen die ik heb, als klein kind in de lokalen van de Romaanse aan de Blandijn, met de geur van oude boeken, op een stoel met wieltjes het hele verdiep rondrijden. En nu kan ik dat gewoon doen, als ik wil. En ervoor betaald worden.
(Ik weet natuurlijk wel dat dat niet het enige is dat van mij verwacht wordt op het werk. Het zou zelfs wel eens kunnen dat er niet helemaal expliciet in de regels staat dat ik alle tijd waar ik niets anders te doen heb, verplicht ben rond te zoeven op mijn bureaustoel. Maar ik heb nog lang niet alle regels en reglementen nagelezen — het zou mij verbazen dat ik de allereerste persoon ben die zich daar vragen over stelt.)